Ziggo moet schadevergoeding betalen aan Lira voor o.a. niet aan producent overgedragen kabeldoorgifterechten

16-11-2018 Print this page
IEPT20181113, Hof Amsterdam, Ziggo v Lira
(Met dank aan Jacqueline Seignette, Höcker Advocaten)

Geschil ziet nog voornamelijk op periode van 1 oktober 2012 – 31 december 2014 en deels de periode t/m juni 2015 voor zover geen Convenant gold, gelet op van kracht worden Wet Auteurscontractenrecht dat groot deel van probleem heeft opgelost en Convenant tussen Rodap en collectieve beheersorganisaties, waaronder Lira vanaf 1 januari 2015. Geen reden om prejudiciële vragen te stellen over uitzendingen via de Mediagateway, gelet op oordeel HR in Norma-arrest (IEPT20140328): duidelijk dat ‘eerste uitzending’ ex artikel 1(3) KabSatRichtlijn niet ziet op signaal dat niet rechtstreeks door eindgebruikers te ontvangen is, geen reden voor uitzondering hierop in de situatie dat de omroep parallel aan het signaal dat niet door eindgebruikers is te ontvangen, een ander signaal uitzendt dat wel voor het publiek toegankelijk is, duidelijk dat voor ‘mededeling aan het publiek’ geen onderscheid moet worden gemaakt tussen auteursrecht en naburige rechten. Lira kan vorderingen jegens Ziggo niet baseren op artikel 26a Aw voor zover het gaat om uitzendingen via de Mediagateway: geen reden om artikel 26a Aw anders uit leggen dan de Hoge Raad in Norma-arrest (IEPT20140328) met artikel 14a WNR heeft gedaan, hetgeen betekent dat artikel 26a Aw net als artikel 14a WNR een eerdere andere primaire openbaarmaking vergt. Beperkte onderbouwing Lira van schade m.b.t. kabeldoorgifterechten die niet aan producent zijn overgedragen en openbaarmaking pre-existente werken, post-existente werken en radio-uitzendingen voldoende voor verwijzing naar schadestaat: gelet op Norma-arrest is voor een cbo voldoende dat in de hoofdzaak aannemelijk is dat sprak eis van inbreuken, zonder dat wordt aangevoerd en vastgesteld welke inbreuken precies hebben plaatsgevonden. Bij voorbaat aan Lira overgedragen rechten voldoen aan bepaaldheidseis: anders dan in Norma-zaak zijn tekstuele werken voldoende identificeerbaar (i.t.t. uitvoeringen uitvoerend kunstenaar. Uitleg rechtbank dat met aansluitcontract rechten m.b.t. zowel secundaire als primaire uitzending worden overgedragen juist. Gevorderde ge-of verboden en opgave afgewezen: rol van Lira als cbo strekt er niet toe dat is voldaan aan stelplicht, stellingen te vaag. Verwijzing naar schadestaat voor uitzendingen die niet via Mediagateway zijn doorgezet voor zover kabeldoorgifterechten niet aan producent zijn overgedragen en/of sprake is van pre-existente werken, post-existente werken en radio-uitzendingen.

 

AUTEURSRECHTIE-GOEDERENRECHT

 

Vervolg op het tussenarrest van 18 oktober 2016 (IEPT20161018), waarin onder meer werd geoordeeld dat geen sprake is van heruitzending bij uitzending via de zogenaamde Mediagateway.

 

Het hof overweegt allereerst dat het geschil voornamelijk ziet op de periode van 1 oktober 2012 – 31 december 2014 en deels de periode t/m juni 2015, gelet op het in werking treden van de Wet Auteurscontractenrecht, dat een groot deel van het probleem heeft opgelost en een gesloten convenant tussen Rodap en cbo’s, waaronder Lira.  Het hof ziet geen reden om prejudiciële vragen te stellen in dit geschil, gelet op het oordeel van de Hoge Raad in het Norma-arrest (IEPT20140328), dat volgens het hof in overeenstemming is met het Europees recht. Gelet hierop kan Norma haar vorderingen jegens Ziggo niet baseren op artikel 26 Aw voor zover het gaat om uitzendingen via de Mediagateway. Er is geen reden om artikel 26a Aw anders uit leggen dan de Hoge Raad in Norma-arrest met artikel 14a WNR heeft gedaan, hetgeen betekent dat artikel 26a Aw net als artikel 14a WNR een eerdere andere primaire openbaarmaking vergt.

 

Voor de kabeldoorgifterechten die niet aan de producent zijn overgedragen en openbaarmaking van zogenaamde pre-existente werken, post-existente werken en radio-uitzendingen wordt geoordeeld dat – ondanks de beperkte onderbouwing  door Lira – de zaak naar de schadestaat kan worden verwezen. Gelet op het Norma-arrest is voor een cbo voldoende dat in de hoofdzaak aannemelijk is dat sprak eis van inbreuken, zonder dat wordt aangevoerd en vastgesteld welke inbreuken precies hebben plaatsgevonden. De grief van Ziggo en Lira dat bij de aansluitcontracten van Lira niet is voldaan aan de bepaalbaarheidseis wordt afgewezen, omdat hier anders dan in de Norma-zaak tekstuele werken voldoende identificeerbaar zijn (in tegenstelling tot uitvoeringen van de uitvoerend kunstenaar). Het hof oordeelt nog dat de uitleg van de rechtbank dat met het aansluitcontract van Lira rechten met betrekking tot zowel de secundaire als de primaire uitzending worden overgedragen juist is.

 

De gevorderde ge-of verboden en opgave worden afgewezen, omdat anders dan voor een verwijzing naar de schadestaat, de rol van Lira als cbo er niet toe strekt dat is voldaan aan de stelplicht en de stellingen te vaag zijn. De zaak wordt verder ook naar de schadestaat verwezen voor uitzendingen die niet via de Mediagateway lopen.

 

IEPT20181113, Hof Amsterdam, Ziggo v Lira

 

ECLI:NL:GHAMS:2018:4101