Afschrift en inzage in bedrijfsadministratie van concurrerend bedrijf van oud-werknemers afgewezen: onvoldoende aannemelijk dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] al tijdens hun dienstverband met [appellante] bezig zijn geweest met het opzetten van een concurrerend bedrijf in kinderkleding.
Appellante ontwerpt en verkoopt kinderkleding. Geïntimeerde 1 en 2 waren bij appellant in dienst. In hun arbeidsovereenkomsten was een geheimhoudingsbeding en een verbod op nevenwerkzaamheden opgenomen. Geïntimeerden zijn uit dienst gegaan en zijn een concurrerend bedrijf gestart. Volgens Appellante is sprake van schending van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. Ze heeft conservatoir bewijsbeslag laten leggen op kort gezegd de bedrijfsadministratie van geïntimeerden. Appellante heeft in 2015 een kort geding gevoerd tegen onder meer geïntimeerde 1 en 2, inzake gestelde inbreuk op auteursrecht, slaafse nabootsing, depot te kwader trouw, oneerlijke mededinging en strijd met goed werknemerschap. De vorderingen zijn afgewezen, zie IEPT20150522. In de onderhavige zaak wordt onder meer afgifte en inzage in de in beslag genomen gegevens gevorderd. De vorderingen worden afgewezen, aangezien het onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] al tijdens hun dienstverband met [appellante] bezig zijn geweest met het opzetten van een concurrerend bedrijf in kinderkleding.
IEPT20181204, Hof Den Bosch, Kinderkleding