Medeoprichter Snocom dient modelrecht op Snowcuber over te dragen aan Snocom: partijen hebben overeenkomst gesloten die gedaagde verplicht de op zijn naam staande IE-rechten met betrekking tot de Snowcuber over te dragen aan Snocom, verplichting niet komen te vervallen door gemaakte afspraken bij beëindiging betrokkenheid bij Snocom, overeengekomen kwijtingsbepalingen zien niet op verplichting tot overdracht IE-rechten, belangenafweging leidt niet tot ander oordeel.
De zoon van gedaagde heeft in het kader van zijn afstudeerproject aan de TU Eindhoven een uitvinding gedaan waarmee sneeuw kan worden gecomprimeerd. Zij hebben vervolgens samen een machine ontwikkeld die deze uitvinding belichaamt, de zogenaamde Snowcuber. Deze is ingebracht in de onderneming Snocom, waarbij gedaagde inmiddels niet meer is betrokken. Het in de VS aangevraagde modelrecht staat echter nog op naam van gedaagde. Snocom vordert overdracht van dit modelrecht. De voorzieningenrechter wijst de vordering toe.
Partijen hebben in 2015 een overeenkomst gesloten die gedaagde verplicht de op zijn naam staande IE-rechten met betrekking tot de Snowcuber over te dragen aan Snocom. Deze verplichting is volgens de voorzieningenrechter niet komen te vervallen door gemaakte afspraken bij de beëindiging van de betrokkenheid van gedaagde bij Snocom. Ter zitting is duidelijk geworden dat bij deze beëindiging destijds door geen van de betrokken partijen onder ogen is gezien dat het modelrecht geruime tijd voor die beëindiging had moeten zijn overgedragen. De overeengekomen kwijtingsbepalingen zien naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet op de verplichting tot overdracht van IE-rechten. Ook een belangenafweging leidt niet tot ander oordeel.
IEPT20181210, Rb Gelderland, Snocom
