Distributierecht uit Auteursrechtrichtlijn kan op afstand van winkel opgeslagen goederen omvatten

19-12-2018 Print this page
IEPT20181219, HvJEU, Syed

Distributierecht uit artikel 4 lid 1 Arl. kan op afstand van winkel opslaan van goederen omvatten: een aan de totstandkoming van de verkoop van een auteursrechtelijk beschermd werk of een kopie ervan voorafgaande handeling met het doel om een dergelijk object te verkopen kan een inbreuk vormen op het distributierecht, dan dient echter wel te worden bewezen dat de betrokken goederen daadwerkelijk bestemd zijn om in de Unie zonder de toestemming van de rechthebbende te worden gedistribueerd, uit de enkele vaststelling dat de opgeslagen goederen en de in een winkel verkochte goederen identiek zijn kan niet worden afgeleid dat dit het geval is, aangaande de bestemming van de goederen moet rekening gehouden worden met alle relevante aanwijzingen, waaronder de afstand tussen de opslagplaats en de verkoopplaats, de regelmatige bevoorrading van de winkel met goederen uit de betrokken magazijnen, boekhoudkundige gegevens, het aantal verkopen en bestellingen in verhouding tot het aantal opgeslagen goederen en de lopende verkoopovereenkomsten.

 

AUTEURSRECHT

 

Verweerder heeft in een winkel in Stockholm, kleding en accessoires met motieven van rockbands verkocht. Het betrof deels goederen die inbreuk maakten op het merkrecht en het auteursrecht van de respectieve houders van die rechten. De goederen bevonden zich niet alleen in de winkel, maar ook in een magazijn dat met de winkel in verbinding stond en in een ander magazijn. De prejudiciële vragen betreffen de vraag of - indien goederen met een beschermd motief wederrechtelijk in een winkel te koop worden aangeboden - tevens sprake zijn van een inbreuk op het uitsluitende distributierecht van de auteur op grond van artikel 4, lid 1, van de Auteursrechtrichtlijn - met betrekking tot goederen die door de persoon die de goederen te koop aanbiedt, worden opgeslagen.

 

Het hof overweegt dat een aan de totstandkoming van de verkoop van een auteursrechtelijk beschermd werk of een kopie ervan voorafgaande handeling met het doel om een dergelijk object te verkopen een inbreuk kan vormen op het distributierecht. Er dient dan echter wel te worden bewezen dat de betrokken goederen daadwerkelijk bestemd zijn om in de Unie zonder de toestemming van de rechthebbende te worden gedistribueerd. Uit de enkele vaststelling dat de opgeslagen goederen en de in een winkel verkochte goederen identiek zijn kan niet worden afgeleid dat dit het geval is.

 

In de omstandigheden als die van het hoofdgeding kan volgens het Hof niet worden uitgesloten dat alle of een deel van de opgeslagen goederen niet bestemd zijn om te worden verkocht op het grondgebied van de lidstaat waarin het op die goederen aangebrachte werk beschermd is, zelfs als zij identiek zijn aan de in de winkel van de handelaar te koop aangeboden goederen. Een andere benadering zou  ertoe leiden dat geen rekening wordt gehouden met de daadwerkelijke bestemming van de betrokken goederen en dat alle opgeslagen goederen zonder onderscheid worden behandeld, ook al kunnen zij in beginsel verschillende bestemmingen hebben. Een dergelijke benadering zou dus neerkomen op een uitbreiding van de door het uitsluitende distributierecht geboden bescherming tot buiten het door de Uniewetgever ingestelde kader, zo overweegt het Hof.

 

Aangaande de bestemming van de goederen moet rekening gehouden worden met alle relevante aanwijzingen, waaronder de afstand tussen de opslagplaats en de verkoopplaats, de regelmatige bevoorrading van de winkel met goederen uit de betrokken magazijnen, boekhoudkundige gegevens, het aantal verkopen en bestellingen in verhouding tot het aantal opgeslagen goederen en de lopende verkoopovereenkomsten.  

 

Het staat dus aan de verwijzende rechter om in het licht van het bewijsmateriaal waarover hij beschikt te oordelen of alle goederen die identiek zijn aan die welke in de betrokken winkel werden verkocht, bestemd zijn om in dat lokaal te worden verhandeld, dan wel of dat slechts geldt voor een deel van die goederen.

 

IEPT20181219, HvJEU, Syed

 

C572/17 - ECLI:EU:C:2018:1033

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinar:

IE-update 4e kwartaal 2018