Vordering 22 partijen op te roepen in vrijwaring afgewezen

11-01-2019 Print this page
IEPT20190109, Rb Den Haag, Loendersloot v Hennessy
(Met dank aan Niels Mulder, mr. Elisa Hendriksen en mr. Charlotte Sophie van Triest, DLA Piper)

Vordering tot oproeping in vrijwaring van 22 partijen afgewezen: niet gemotiveerd gesteld dat een relevante rechtsverhouding tussen eiser en de op te roepen partijen bestaat, toewijzing zou bovendien leiden tot onredelijke of onredelijke vertraging van het geding.

 

PROCESRECHT

 

Vonnis in incident. Het geschil in de hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken. Eisers in het vrijwaringsincident vorderen dat de rechtbank haar toestaat om 22 partijen tegen een termijn van zes maanden in vrijwaring op te roepen. De vordering wordt afgewezen.

 

De rechtbank overweegt dat de vordering reeds afstuit op het feit dat niet gemotiveerd gesteld dat een relevante rechtsverhouding tussen eiser en de op te roepen partijen bestaat. De rechtbank overweegt bovendien dat de vordering ook als wel sprake is van een regresrecht zou stranden. Het onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering brengen in de omstandigheden van het onderhavige geval mee dat de vorderingen moeten worden afgewezen nu bij toewijzing onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is, zo overweegt de rechtbank.

 

IEPT20190109, Rb Den Haag, Loendersloot v Hennessy

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:111