Uitlatingen zanglerares over oplichting door muziekschool niet onrechtmatig: ondanks dat bewoordingen waarin wordt geklaagd “weinig subtiel” zijn, bestaat geen twijfel over dat muziekschool inderdaad regelmatig zonder goede reden facturen onbetaald laat. Oproep om negatieve recensies te geven wel onrechtmatig: enige doel was om bij te dragen aan sluiting van De Notenboom.
Hoger beroep tegen het vonnis van de voorzieningenrechter van 4 augustus 2017 (IEPT20170804), waarin werd geoordeeld dat de uitlatingen van een zanglerares over muziekschool De Notenboom, niet onrechtmatig zijn. De zanglerares stelde dat sprake is van oplichters, omdat een factuur niet werd betaald. Het vonnis wordt vernietigd.
Het hof deelt het oordeel van de voorzieningenrechter dat de uitingen van de zanglerares op zijn zachtst gezegd “weinig subtiel” waren en aanleiding hebben gegeven tot stemmingmakerij, maar dat geen sprake is van onrechtmatig handelen. Het is op geen enkele manier aannemelijk geworden dat er ruimte bestaat voor twijfel over het verwijt dat De Notenboom inderdaad regelmatig zonder goede reden rekeningen onbetaald laat. De zanglerares heeft volgens het hof wel onrechtmatig gehandeld door op te roepen om negatieve recensies te geven aan De Notenboom, omdat het doel hiervan enkel was om bij te dragen aan de sluiting van De Notenboom.
IEPT20190122, Hof Arnhem-Leeuwarden, De Notenboom
