€ 4.550 voor gebruik stockphoto van band The Mysterons

28-02-2019 Print this page
IEPT20190208, Rb Amsterdam, Hollandse Hoogte v BLiP
(Met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten)

Gedaagde aansprakelijk voor schade door gebruik zonder toestemming van stockphoto van band The Mysterons, ook voor zover dit door derden is gebeurd: foto werd door gedaagde aan derden gepresenteerd als persfoto waardoor verspreiding ter promotie beoogd was. Gebruikelijke licentievergoeding voor gebruik van foto aan de hand van tarievenlijst Hollandse Hoogte vastgesteld op € 4.550,-: onvoldoende onderbouwd dat gebruik op website en op sociale media twee afzonderlijke vormen van gebruik  zijn. Geen verhoging van 1,5 keer gebruikelijke vergoeding toegekend: uitgangspunt van een reële vergoeding en geen punitief karakter en geen aantasting van exclusiviteit op de foto, nu dat reeds is vervat in de licentievergoeding.  

 

AUTEURSRECHT

 

Hollandse Hoogte is een bureau dat auteursrechtelijk beschermde beelden exploiteert. BLiP vertegenwoordigt de popband The Mysterons en heeft zonder toestemming een foto van de band, gemaakt door een bij de Hollandse Hoogte aangesloten fotograaf, per e-mail verstuurd naar in Nederland gevestigde poppodia waar optredens van de popband zouden plaatsvinden. De poppodia hebben op hun beurt de foto gebruikt voor promotiedoeleinden middels websites, sociale media en een billboard. Hollandse Hoogte vordert een verklaring voor recht dat BLiP inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Hollandse Hoogte door de foto zonder toestemming te verveelvoudigen en openbaar te maken door deze te e-mail naar de poppodia.

 

De kantonrechter overweegt dat BLiP de foto eenmalig op 8 november 2016 heeft gebruikt door deze te versturen naar de poppodia. De foto is daarbij expliciet gepresenteerd als persfoto ter begeleiding van het bericht dat de poppodia de aankomende tour van The Mysterons mochten aankondigen. De kantonrechter stelt dat BLiP daarmee heeft beoogd dat de poppodia de foto zouden verspreiden ter promotie van de optredens. De kantonrechter concludeert dat BLiP aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit het gebruik van de foto door de partijen die de foto rechtsreeks van BLiP hebben ontvangen en vervolgens hebben gebruikt, nu het gebruik voortvloeit uit de door BLiP verzonden e-mail en BLiP kan worden toegerekend.

 

De hoogte van de schadevergoeding dient te worden bepaald aan de hand van de tarievenlijst van Hollandse Hoogte, aangezien het schadebedrag gelijk behoort te zijn aan de gebruikelijke licentievergoeding die BLiP verschuldigd zou zijn geweest als zij op normale wijze voorafgaande toestemming had gevraagd. De kantonrechter rekent het gebruik van de foto op een website en op sociale media niet als twee afzonderlijke vormen van gebruik, maar als één vorm van gebruik nu onvoldoende door Hollandse Hoogte is onderbouwd dat zij het verstrekken van een licentie voor een bepaalde categorie van gebruik beperkt tot eenmalig gebruik binnen die categorie. De kantonrechter stelt de gebruikelijke licentievergoeding voor het gebruik van de foto op een totaalbedrag van € 4.550,-.

 

De kantonrechter kent geen verhoging van 1,5 keer de gebruikelijke vergoeding toe omdat het Nederlandse schadevergoedingsrecht bij onrechtmatige daad uitgaat van een reële schadevergoeding in het individuele geval en geen punitief karakter heeft. Ook kan er geen sprake zijn van aantasting van exclusiviteit op de foto nu dit reeds is vervat in de gebruikelijke licentievergoeding. 

 

IEPT20190208, Rb Amsterdam, Hollandse Hoogte v BLiP

 

(kopie origineel vonnis)