Schending auteursrecht door aangepast logo te op website te tonen

29-05-2019 Print this page
IEPT20190306, Rb Midden-Nederland, Logo

Geen schending artikel 5.2 algemene voorwaarden door [gedaagde sub 1] door geen bezwaar te maken toen derden voornemen uitten om logo te maken in lijn met  [handelsnaam van gedaagde sub 1] –logo:  geen sprake van “laten gebruiken” dat actieve handeling vereist. Geen verboden sublicentiëring door de stichting: actieve handeling vereist. Geen persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders stichting: eiseres heeft niet met bestuurders in persoon gecontracteerd, geen ernstig persoonlijk verwijt. Tonen inbreukmakende [naam 1]-logo op website stichting is zelfstandige inbreuk op auteursrecht eiseres op [handelsnaam van  gedaagde sub 1]-logo: geen bagatel nu logo in ieder geval enkele weken op website heeft gestaan. Voor schadevergoeding uitgegaan van bedrag dat aan eiseres verschuldigd zou zijn geweest voor overdracht auteursrecht op het logo: € 925.

 

OVEREENKOMSTENAUTEURSRECHT

 

Dit betreft een helaas flink geanonimiseerde zaak, waardoor de genoemde logo’s niet getoond kunnen worden. Eiseres is grafisch vormgeefster. Zij drijft onder de naam [handelsnaam van eiseres] een eenmanszaak, die zich onder meer toelegt op het ontwerpen van websites en logo’s. De stichting is in 2009 opgericht op initiatief van de Nederlandse stichting Duchenne Parent Project met als doel het ontwikkelen van nieuwe hulpmiddelen ter verbetering van de levenskwaliteit van Duchenne-patiënten door het bijeenbrengen van experts uit verschillende disciplines en kapitaalschieters. In 2011 heeft eiseres in opdracht van de stichting het logo [handelsnaam van gedaagde sub 1] -logo) voor de stichting ontworpen. Eiseres hanteerde algemene voorwaarden voor de opdracht die onderdeel uitmaken van de met de stichting gesloten overeenkomst. Op 4 augustus 2017 heeft eiseres geconstateerd dat op het [handelsnaam van gedaagde sub 1]-logo gelijkende logo’s worden gebruikt op onder meer websites en social media, welke worden aangeduid als het [naam 1] -logo en [naam 2] -logo). Eiseres stelt nu onder meer dat sprake is van inbreuk op haar auteursrecht.

 

Eiseres stelt allereerst dat sprake is van schending van artikel 5.2 van haar algemene voorwaarden doordat de stichting geen bezwaar maakten toen door derden het voornemen werd geuit om een logo te maken in lijn met het [handelsnaam van gedaagde sub 1] –logo. De kantonrechter oordeelt dat hiervan geen sprake is, omdat “laten gebruiken” een actieve handeling vereist, zoals het beschikbaar stellen van de specificaties en/of digitale bestanden, waarvan niet is gebleken. Ook de gestelde sublicentiëring door de stichting kan niet worden aangenomen, omdat hiervoor een actieve handeling is vereist en uit niets is gebleken dat de stichting daadwerkelijk een sublicentie heeft verleend aan derden. De bestuurders van de stichting kunnen niet aansprakelijk worden gehouden voor het maken en het gebruiken van het [naam 1] -logo en het [naam 2] -logo door derden, omdat eiseres niet met hen heeft gecontacteerd en niet gesteld of gebleken is dat er omstandigheden zijn die meebrengen dat de bestuurders een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.

 

Het tonen van het inbreukmakende [naam 1]-logo op de website van de stichting is echter naar het oordeel van de kantonrechter een zelfstandige inbreuk op auteursrecht van eiseres op het [handelsnaam van  gedaagde sub 1]-logo. Er is geen sprake van een bagatel, nu het logo in ieder geval enkele weken op de website heeft gestaan. De kantonrechter wijst een schadevergoeding van € 925 euro toe, waarbij wordt uitgegaan van het bedrag dat aan eiseres verschuldigd zou zijn geweest voor de overdracht van het auteursrecht op het logo.

 

IEPT20190306, Rb Midden-Nederland, Logo

 

ECLI:NL:RBMNE:2019:960