Geen beroepsaansprakelijkheid voor advocate door niet inbrengen e-mail en minder aandacht voor slaafse nabootsing dan cliënt had gewenst

03-10-2019 Print this page
IEPT20190507, Hof Amsterdam, THC

Advocate niet tekort geschoten in de nakoming van overeenkomst van opdracht en niet onrechtmatig gehandeld door wijze waarop zij de belangen van eiser heeft behartigd in zaak over gestelde inbreuk op/slaafse nabootsing van een afneembaar trekhaaksysteem: niet kan worden aangenomen dat advocate zich door de vorderingen op twee grondslagen te baseren niet heeft gedragen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht, geen enkele aanwijzing dat - tegen afspraak in - niet ingebrachte e-mail waaruit verwarring zou blijken van invloed zou zijn geweest op de procedure, niet aangenomen dat de beslissing anders was geweest als advocate het pleidooi tijdig had voorbereid en het had ingericht met meer of uitsluitend aandacht voor de slaafse nabootsing zoals door eiser wordt voorgestaan.

 

BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID

 

ACS en Terwa hebben geprocedeerd over het zogenaamde ACS-systeem: een afneembaar trekhaaksysteem. Volgens ACS heeft Terwa het ACS-systeem slaafs nagebootst, dan wel inbreuk gemaakt op de auteursrechten op het ACS-systeem. De rechtbank heeft de vorderingen in kort geding en in de bodemprocedure afgewezen (zie als laatst het hoger beroep in de bodemprocedure: (IEPT20140708)). THC vordert als rechtsopvolgster van ACS in deze procedure dat voor recht wordt verklaard dat het door ACS ingeschakelde kantoor toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht en aansprakelijk is voor de dientengevolge geleden schade, en daarnaast dat de behandelend advocate uit onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de schade die het gevolg is van de wijze waarop zij als advocaat de belangen van ACS heeft behartigd.

 

De rechtbank wees de vorderingen eerder af (niet gepubliceerd). Het hof doet hetzelfde. Volgens het hof kan niet worden aangenomen dat de advocate zich door de vorderingen op twee grondslagen te baseren, niet heeft gedragen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Bovendien bestaat geen enkele aanwijzing dat een - tegen afspraak met cliënt in - niet ingebrachte e-mail waaruit verwarring zou blijken van invloed zou zijn geweest op procedure. Deze e-mail voegt volgens het hof op zichzelf genomen weinig toe aan al het overige dat reeds ten aanzien van het verwarringsgevaar was aangevoerd. Uitgaande van de door het hof Arnhem-Leeuwarden gehanteerde maatstaf was de aard en mate van verwarring was ontstaan niet voldoende om de vorderingen van ACS te kunnen toewijzen. Tot slot wordt niet aangenomen dat de beslissing anders was geweest als advocate het pleidooi tijdig had voorbereid en het had ingericht met meer of uitsluitend aandacht voor de slaafse nabootsing, zoals door eiser wordt voorgestaan.

 

IEPT20190507, Hof Amsterdam, THC

 

ECLI:NL:GHAMS:2019:1578