Artikel over handelen advocatenkantoor in verband met bouw nieuwe ziekenhuis HNO niet onrechtmatig

10-07-2019 Print this page
IEPT20190604, GHvJ, FCW

Geen andere uitleg artikel 10 EVRM / 6:162 BW voor kleine samenleving als Curaçao. Artikel over handelen advocatenkantoor in verband met bouw nieuwe ziekenhuis HNO niet onrechtmatig: voldoende feitelijke basis dat Sona ervan uit mocht gaan concept van evaluatierapport van FCW te krijgen en daarop zou mogen reageren voordat rapport werd afgerond, kwalificatie als louche en onguur hangt samen met niet verstrekken rapport en is toelaatbaar, voldoende feitelijke basis voor uitlating ‘FCW adviseert de regering (‘aanstuurt’ lijkt een beter woord)’, overige kwalificaties van handelswijze FCW niet onrechtmatig gelet op o.a. opduiken FCW in Panama Papers en strafrechtelijke veroordeling van een van de oprichters.

 

PUBLICATIE

 

FCW is een advocatenkantoor. [geïntimeerde] is een stuurt met enige regelmaat ingezonden brieven naar de lokale dagbladen. Daarnaast is [geïntimeerde] als freelance medewerker verbonden aan Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (hierna: Sona). Hij is ook politiek actief. Sona is door het land Curaçao belast met het beheer van de bouw van een nieuw ziekenhuis op Curaçao, het Hospital Nobo Otrobanda (HNO), thans Curaçao Medical Center genaamd. CW heeft van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) opdracht gekregen om de tussentijdse evaluatie van het HNO-project te coördineren. FCW heeft het evaluatieverslag aan de minister van GMN doen toekomen, maar Sona heeft het rapport niet kunnen inzien en heeft geen afschrift van het rapport ontvangen voordat het definitief werd. Op 6 februari 2017 is een artikel van [geïntimeerde] met de titel ‘De zelfkant van het HNO-project’ in de Amigoe en het Antilliaans Dagblad gepubliceerd. In de Amigoe is het artikel in de vorm van een ingezonden brief gepubliceerd; in het Antilliaans Dagblad in de vorm van een opinie (hierna worden beide als “het artikel” aangehaald). FCW stelt dat sprake is van onrechtmatige publicaties. Het Gerecht oordeelde dat het artikel niet onrechtmatig is, dit oordeel wordt door het GHvJ bevestigd.

 

FCJ heeft allereerst gesteld dat voor een kleine samenleving als Curaçao artikel 10 EVRM / 6:162 BW anders zou moeten worden uitgelegd, maar dit wordt niet gevolgd door het hof. Het hof is van oordeel dat het artikel niet onrechtmatig is. Er is voldoende feitelijke basis dat Sona op basis van de correspondentie tussen Sona en FCW ervan uit mocht gaan een concept van het evaluatierapport van FCW te krijgen en dat zij daarop zou mogen reageren voordat het rapport werd afgerond. De kwalificatie van FCW als louche en onguur hangt volgens het hof samen met het bovenstaande en is daarom niet ontoelaatbaar. Er is ook voldoende feitelijke basis voor de uitlating ‘FCW adviseert de regering (‘aanstuurt’ lijkt een beter woord)’. Ook de overige kwalificaties van de handelswijze van FCW (geen smetteloze reputatie, onguur, louche, monddood maken, louche praktijken, gemanipuleerd en gesjoemel achter de schermen) zijn niet onrechtmatig. Zo kan het opduiken van FCW in de Panama Papers en de strafrechtelijke veroordeling van een van de oprichters en naamgevers van het kantoor worden aangemerkt als smetten op de reputatie van een advocatenkantoor.

 

IEPT20190604, GHvJ, FCW

 

ECLI:NL:OGHACMB:2019:100