SkypeOut is een elektronische-communicatiedienst in de zin van de kaderrichtlijn

12-06-2019 Print this page
IEPT20190605, HvJEU, Skype v BIPT

Aanbieden VoIP-dienst is een elektronische-communicatiedienst in de zin van artikel 2 van de kaderrichtlijn wanneer de aanbieder voor het aanbieden van deze dienst wordt vergoed en voor het aanbieden een overeenkomst moet sluiten met de aanbieders van telecommunicatiediensten die gemachtigd zijn om oproepen naar PSTN over te brengen en daaraan af te geven

 

ELEKTRONISCHE COMMUNICATIEDIENSTEN

 

Skype biedt een functionaliteit aan die de gebruiker in staat stelt om naar een vaste of mobiele telefoonlijn telefoongesprekken te voeren door gebruik te maken van VoIP, SkypeOut.
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT), heeft Skype verzocht om kennis te geven van haar diensten. Skype heeft dit geweigerd omdat zij naar eigen zeggen geen enkele activiteit uitoefent in België. Bij besluit heeft BIPT geconstateerd dat Skype artikel 9 paragraaf 1 WEC (Wet elektronische communicatie – implementatie kaderrichtlijn) schond en dat Skype een boete verschuldigd was van € 223.454,-
Het BIPT voerde aan dat SkypeOut wel degelijk deel uitmaakte van een „elektronische-communicatiedienst” in de zin van artikel 2, 5°, WEC. Dat gebruik wordt gemaakt van een nummerplan, toont namelijk aan dat het gaat om een dienst die meer is dan enkel een webapplicatie en die niet valt onder de voor inhoud gemaakte uitzondering die is vermeld in de definitie van een elektronische-communicatiedienst. Daarnaast betekent het feit dat Skype Communications geen signalen overbrengt via elektronische-communicatienetwerken, niet dat het onmogelijk is dat zij daadwerkelijk elektronische-communicatiediensten aanbiedt. Ten slotte is de dienst SkypeOut gericht op gebruikers die op het Belgische grondgebied verblijven.

 

De verwijzende rechter stelt het Hof vier vragen, die gezamenlijk worden onderzocht. De verwijzende rechter wenst in wezen te vernemen of artikel 2 onder c van de kaderrichtlijn (gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en ‑diensten) aldus moet worden uitgelegd dat het aanbieden door een softwareontwikkelaar van een functionaliteit waarmee door de gebruiker via het traditionele telefonienetwerk (PSTN) van een lidstaat naar een vast of mobiel nummer kan bellen een “elektronische-communicatiedienst” in de zin van die bepaling dient te worden aangemerkt wanneer de ontwikkelaar voor het aanbieden van deze dienst wordt vergoed en met het oog op het aanbieden ervan overeenkomsten moet sluiten met de aanbieders van telecommunicatiediensten die naar behoren zijn gemachtigd om oproepen naar het PSTN over te brengen en daaraan af te geven. 
Het Hof geeft aan dat van een elektronische-communicatiedienst wordt gesproken wanneer een gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische-communicatienetwerken en deze dienst strekt zich niet uit tot de dienst waarbij met behulp van elektronische communicatienetwerken en diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of redactioneel wordt gecontroleerd noch tot de diensten van de informatiemaatschappij zoals omschreven in artikel 1 van [richtlijn 98/34], die niet geheel of hoofdzakelijk bestaan uit het overbrengen van signalen via “elektronische-communicatienetwerken”. 
Het Hof heeft tevens geoordeeld dat een dienst enkel onder het begrip “elektronische-communicatiedienst” valt indien hij het overbrengen van signalen omvat niet relevant is voor de beoordeling van de aard van de dienst, aangezien alleen van belang is dat die dienstverrichter jegens de eindgebruikers aansprakelijk is voor het overbrengen van het signaal waardoor die eindgebruikers de aanbieding wordt gewaarborgd van de dienst waarop zij zich hebben geabonneerd (arrest van 30 april 2014, UPC DTH, C 475/12, EU:C:2014:285, punt 43).

 

In deze zaak impliceert de omstandigheid dat de gebruiker van SkypeOut toegang heeft tot de VoIP-dienst door gebruik te maken van een door een Internet Access Provider (IAP) verstrekte internettoegangsdienst – die zelf een elektronische-communicatiedienst is – immers niet dat die VoIP-dienst als zodanig zelf niet kan worden aangemerkt als “elektronische-communicatiedienst”. 
Dat Skype in haar algemene voorwaarden vermeldt dat zij jegens de gebruikers van SkypeOut geen aansprakelijkheid aanvaardt voor het overbrengen van de signalen, heeft geen invloed op de kwalificatie van de met deze functionaliteit ter beschikking gestelde VoIP-dienst als elektronische-communicatiedienst. Wanneer door het door opnemen in de algemene voorwaarden elke aansprakelijkheid kan worden uitgesloten, zou immers elke betekenis worden ontnomen aan het nieuwe regelgevingskader voor elektronische-communicatiediensten, wat tot doel heeft een interne markt voor elektronische communicatie tot stand te brengen met als doel dat deze uiteindelijk volledig wordt geregeld door het mededingingsrecht.

 

Het Hof (Vierde kamer) verklaart voor recht:
Artikel 2, onder c), van richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en diensten (kaderrichtlijn), zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009, moet aldus worden uitgelegd dat het aanbieden door een softwareontwikkelaar van een functionaliteit waarmee een „Voice over Internet Protocol”-dienst (VoIP) [spraak over het internetprotocol (VoIP)] ter beschikking wordt gesteld waardoor de gebruiker via het openbaar geschakeld telefoonnet (PSTN) van een lidstaat vanaf een terminal naar een vast of mobiel nummer van een nationaal nummerplan kan bellen, een „elektronische-communicatiedienst” in de zin van die bepaling is wanneer de ontwikkelaar voor het aanbieden van deze dienst wordt vergoed en met het oog op het aanbieden ervan overeenkomsten moet sluiten met de aanbieders van telecommunicatiediensten die naar behoren zijn gemachtigd om oproepen naar het PSTN over te brengen en daaraan af te geven.

 

IEPT20190605, HvJEU, Skype v BIPT

 

C‑142/18 - ECLI:EU:C:2019:460