Rectificatie onrechtmatige verwijten in uitzending #BOOS over bemiddelingskosten

30-07-2019 Print this page
IEPT20190711, Rb Midden-Nederland, BNNVARA

Onrechtmatige verwijten in uitzending #BOOS over bemiddelingskosten leiden tot rectificatie: niet gebleken dat [eiser sub 1] direct betrokken is (geweest) bij het vragen van illegale bemiddelingskosten door [onderneming 2]; dat [onderneming 2] failliet zou zijn gegaan en dat dit opzettelijk is gebeurd om schuldeisers te ontlopen, dat [eiser sub 4] is opgericht om onder de regels uit te komen en dat [eiser sub 3] een doorstart zou zijn van [onderneming 2], worden niet dan wel onvoldoende door de feiten gedragen. Onrechtmatige verwijten rechtvaardigen geen verwijdering van de Aflevering: de onjuiste mededelingen dan wel de niet met feiten onderbouwde gedane stellingen, zijn gedeeltelijk hersteld dan wel zijn in het licht van de gehele Aflevering niet dusdanig ernstig van aard dat dit verwijdering van de Aflevering rechtvaardigt.

 

PUBLICATIE - PRIVACY

 

In de uitzending van 21 maart 2019 van het BNNVARA-programma #BOOS wordt een bezoek gebracht aan het oude vestigingsadres van [onderneming 2]. Volgens de heer [A], een student, zou deze onderneming als aanhuurmakelaar illegale bemiddelingskosten bij hem in rekening hebben gebracht. Ook wordt een bezoek gebracht aan het (privé)huis van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], die beiden betrokken zouden zijn geweest bij [onderneming 2]. Er komt geen contact tot stand tussen de medewerkers aan de Aflevering en [eiser sub 1] en [eiseres sub 2]. Eisers vorderen in kort geding verwijdering van de Aflevering en/of rectificatie van bepaalde aantijgingen.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat voldoende aannemelijk is dat [A] bemiddelingskosten aan [onderneming 2] heeft betaald. Onjuist is echter dat [onderneming 2] bewust failliet is verklaard om alle schuldeisers te ontlopen en onvoldoende aannemelijk gemaakt is dat [eiser sub 3] een doorstart is van [onderneming 2]. Dat [onderneming 2] wordt gerund door [eiser sub 1] en zijn vrouw [eiseres sub 2] is tevens onjuist, maar dat zij op geen enkele wijze bij deze onderneming betrokken is geweest, kan niet met voldoende mate van zekerheid worden gesteld. Er kan echter niet worden gesteld dat zij betrokken is geweest bij de door [onderneming 2] in rekening gebrachte bemiddelingskosten. De voorzieningenrechter overweegt - in het kader van de belangenafweging tussen de vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de eer en goede naam - dat BNNVARA in de Aflevering aandacht mocht vragen voor de ten onrechte aan [onderneming 2] betaalde bemiddelingskosten en dat bepaalde onjuiste of onvoldoende onderbouwde verwijten reeds zijn hersteld. Ook de negatieve uitlatingen over [eiser sub 1] kunnen niet tot verwijdering van de Aflevering leiden, ook al wordt zijn positie onzorgvuldig belicht. Gelet op de genoemde belangenafweging is verwijdering van de Aflevering al met al niet gerechtvaardigd. Wel dienen de onjuiste en de onvoldoende grond in het feitenmateriaal vindende aantijgingen te worden gerectificeerd. Immers, de vrijheid van meningsuiting weegt niet op tegen de schadelijke effecten van de betreffende uitlatingen voor eisers.

 

IEPT20190711, Rb Midden-Nederland, BNNVARA

 

ECLI:NL:RBMNE:2019:3108