Geen spoedeisend belang bij vorderingen op grond van gestelde inbreuk op handelsnaam De Hypothekers Associatie

17-07-2019 Print this page
IEPT20190716, Rb Den Haag, De Hypothekers Associatie v HypothekersUnie
(Met dank aan Godert van Rappard, VAN RAPPARD MINNEBOO)

De Hypothekers Associatie heeft geen spoedeisend belang bij vorderingen gestoeld op gestelde handelsnaaminbreuk door HypothekersUnie: sommatie verstuurd nadat HypothekersUnie handelsnaam al ruim twee jaar met vijf vestegingen en via internet voerde.

 

PROCESRECHT 

 

De Hypothekers Associatie is een franchiseorganisatie op het gebied van hypotheekadviesdienstverlening, waarbij ruim 170 franchisevestigingen zijn aangesloten onder de handelsnaam De Hypotheker. HypothekersUnie is een in 2016 opgerichte onderneming en is in september 2016 gestart met vijf vestigingen. Inmiddels heeft zij negen vestigingen. De Hypothekers Associatie stelt dat HypothekersUnie met het voeren van inbreuk maakt op haar handelsnaamrechten.

 

De voorzieningenrechter oordeelt echter dat niet kan worden aangenomen dat spoedeisend belang bestaat bij de gevorderde voorzieningen en dat De Hypothekers Associatie daarom niet-ontvankelijk is. In dit verband acht de voorzieningenrechter van doorslaggevend belang dat HypothekersUnie - onweersproken - al vanaf september 2016 met vijf vestigingen en via internet haar handelsnaam voert. Pas ruim twee jaar later heeft De Hypethekers Associatie een eerste sommatie gestuurd. Hieruit concludeert de voorzieningenrechter dat de gestelde inbreuk voor De Hypothekers Associatie kennelijk niet van zodanig belang was dat zij directe maatregelen nodig vond. Ook ter zitting heeft zij dit stilzitten onbesproken gelaten, behoudens de opmerking dat het tijdsverloop tussen de sommatie op 5 november 2018, de herhaalde sommatie op 1 februari 2019 en de betekening van de dagvaarding op 11 april 2019 niet zodanig is dat van een langdurig stilzitten kan worden gesproken. Waarom De Hypothekers Associatie geen actie heeft ondernomen tussen september 2016 en november 2018 heeft zij echter niet nader toegelicht, zo stelt de voorzieningenrechter vast.

 

IEPT20190716, Rb Den Haag, De Hypothekers Associatie v HypothekersUnie

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:6968