Meda Pharma maakt inbreuk op auteursrechten (exploitatie- en gebruiksrechten) van [B]. Inbreuk op gebruiksrecht van de door J gemaakte illustraties in de MP-atlassen: gebruiksrechten zijn aangetast door faillissement van Mardeno Medival Support en rechten die zich in de boedel bevonden aan B verkocht. Inbreuk is aan Meda Pharma toe te rekenen, ook onbewust schenden komt voor risico van inbreukmaker en zonder toestemming rechthebbende onrechtmatig geproduceerde atlassen verspreid. Rechten [B] niet verwerkt: [B] sinds 2017 pas op de hoogte van inbreukmakende handelingen Meda Pharma dus van gedogen of stilzitten geen sprake. Gederfde licentie-inkomsten vastgesteld € 4000,-: € 10 per atlas, 400 atlassen verspreid. Geen verhoging schadevergoeding met 400%: algemene voorwaarden DuPho zijn niet van toepassing en punitieve schadevergoeding past niet in het Nederlandse schadevergoedingsrecht,verhoging niet onderbouwd. Inzage bescheiden ogv art. 843a Rv toegewezen: vermoeden verdere inbreuk door Meda Pharma voldoende gefundeerd voor rechtmatig belang bij inzage, bescheiden voldoende gespecificeerd.
AUTEURSRECHT – SCHADE - INZAGE
[B] beheert de auteursrechten op de medische illustraties van illustrator [J]. Illustraties van [J] worden sinds de jaren ’80 (vorige eeuw) opgenomen in patientenatlassen die in Nederland door Uitgeverij Mardeno Medical Support (MMS)worden uitgegeven. In 2014 gaat (MMS) failliet. [B] heeft goodwill uit de failliete boedel gekocht. Meda Pharma, een geneesmiddelenfabrikant, verspreid sinds 2017 KNO-atlassen met illustraties van [J]. Deze atlassen zijn bijna gelijke kopiën van de in 2003, door Mardeno, uitgegeven KNO-atlas. Meda Pharma heeft hierover contact gehad met de in 2015 opgerichte Mardeno Digital UG.
De hoofdvraag in deze procedure is of Meda Pharma inbruk heeft gemaakt op de auteursrechten van [J], dan wel de exploitatierechten van [B]. De illustraties zijn vervaardigd door [J] en dat het gaat om auteursrechtelijk beschermde werken. [J] is dus in beginsel auteursrechthebbende. Evenmin is in geschil dat [B] gevolmachtigd is om namen [J] zijn rechten in deze procedure te handhaven.
Het meest verstrekkende verweer van Meda Pharma luidt dat Mardeno Digital UG toestemming had voor het gebruik van de illustraties van [J] in de MP-atlassen. [J] heeft destijds een gebruiksrecht verleend aan [X] voor gebruik van zijn illustraties door alle vennootschappen binnen het Mardeno-concern en dus ook door Mardena Digital UG. Dit verweer kan niet slagen. Uit de verklaringen van[ J] lijkt dat hij destijds toestemming heeft verleend voor gebruik door de Mardeno-vennootschappen van zijn illustraties in patiëntenatlassen, waarbij de omvang van dat gebruiksrecht werd bepaald door de in de betreffende facturen gestelde voorwaarden. Uit die voorwaarden blijkt dat steeds door betaling van de factuur een enkelvoudig gebruiksrecht werd verkregen. De gebruiksrechten zijn aangetast door het faillissement van Mardeno Medival Support in 2015, waarmee het Mardeno-concern immers is gestaakt. Vervolgens zijn door de curator de rechten die zich in de boedel bevonden aan B verkocht. Niet kan dan worden aangenomen dat deze rechten desondanks nog kunnen worden uitgeoefend door het daarna opgerichte Mardeno Digital UG. Anders dan Meda Pharma meent is de inbreuk wel aan haar toe te rekenen. Zij is immers de partij geweest die de illustraties openbaar heeft gemaakt. Voor auteursrechtinbreuk is geen opzet of kwade trouw vereist. Dat Meda Pwharma niet verantwoordelijk is voor de inhoud of de productie van de MP-atlassen, slaagt evenmin. Die omstandigheid neemt niet weg dat zij de onrechtmatig geproduceerde atlassen heeft verspreid, hetgeen een zelfstandige vorm van openbaarmaking in de zin van artikel 12 lid 1 Aw is waar toestemming voor nodig is van de rechthebbende. Die heeft Meda Pharma niet verkregen, waardoor zij inbreuk heeft gemaakt.
IEPT20190731, Rb Amsterdam, Meda Pharma
