Non-concurrentiebeding verstreken dus onvoldoende spoedeisend belang, wel inzage 843a Rv

18-01-2024 Print this page
IEPT20190814, Rb Gelderland, No Brothers v IJsselrust

Niet kan worden vastgesteld dat sprake is van schending van het non-concurrentiebeding. Nu de looptijd daarvan reeds op 1 december is verstreken, is er onvoldoende spoedeisend belang. Uitleg relatiebeding, geen sprake van schending. Inzagevordering ex art. 843a Rv deels toegewezen.


CONCURRENTIEBEDING - EXHIBITIE 843a

 

Partijen zijn overeengekomen dat het de heren IJsselrust is toegestaan om deze payroll-activiteiten te blijven verrichten, mits deze activiteiten niet worden verricht in de metaalsector.

 

Nu tussen partijen niet in geschil is dat de looptijd van het non-concurrentiebeding reeds op 1 december 2018 is verstreken, kan in ieder geval van voortdurende inbreuk door IJsselrust geen sprake zijn en gaat het alleen om de vermeende inbreuken van voor 1 december 2018. Mede hierdoor bestaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende spoedeisend belang bij No Brothers om bij deze stand van zaken enig deel van de boetes toegewezen te krijgen, zolang niet duidelijk is of [bedrijf X] slechts een nieuwe naam van eerdere relatie betreft en of IJsselrust via [bedrijf X] daadwerkelijk (verboden) concurrerende activiteiten heeft verricht.

 

Dat partijen desalniettemin hebben bedoeld dat door het relatiebeding elke vorm van zaken doen, na afloop van het non-concurrentiebeding, met relaties nog verboden zou zijn, blijkt nergens uit.

 

De voorzieningenrechter veroordeelt IJsselrustom binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis aan No Brothers afschrift te verstrekken van, dan wel inzage te verschaffen in verzonden offertes, verstrekte opdrachten, opdrachtbevestigingen en facturen over de periode van 1 januari 2018 tot de datum van dit vonnis met betrekking tot genoemde bedrijven.

 

ECLI:NL:RBGEL:2019:6400