Verzet tegen griffierechten sprongcassatie over pandrecht auteursrechten, ongegrond

10-12-2019 Print this page
IEPT20191004, HR, Curator v ING Griffierecht

Verzet tegen griffierechten sprongcassatie van € 6.591,-  ongegrond: voor berekening van griffierecht in een bij procesinleiding aangebrachte cassatiezaak moet worden aangeknoopt bij de waarde van de vordering waarover de rechter tegen wiens uitspraak het beroep in cassatie is gericht. Waarde van de vordering in conventie als waarde van de vordering in reconventie bedraagt meer dan €100.000,-.

 

PROCESRECHT

 

Verzet tegen griffierecht artikel 29 lid 1 Wet griffierechten burgerlijke zaken.

 

Sprongcassatie ingesteld door ING tegen vonnis van de rechtbank (IEPT20180927, Rb Amsterdam, Curator v ING)  waarin de rechtbank oordeelde dat ING geen geldig pandrecht heeft op de auteursrechten ten aanzien van de door de gefailleerde ontwikkelde software en dat de verkoopopbrengst van de auteursrechten ten bedrage van € 155.000,- daarom niet toekomt aan ING.

 

De hoogte van het in cassatie verschuldigde griffierecht op grond van artikel 3 Wgbz is bepaald op € 6.591,-. Hiertegen is de curator in verzet gekomen. De griffier is ervan uitgegaan dat de zaak betrekking heeft op een vordering met een beloop van meer dan € 100.000,-. De curator betoogt dat de vordering tot verklaring voor recht dat ING geen geldig pandrecht heeft op de auteursrechten ten aanzien van de door de gefailleerde ontwikkelde software, een vordering is van onbepaalde waarde waarvoor een bedrag van € 811,- aan griffierechten wordt geheven.

De Hoge Raad oordeelt dat voor de  berekening van het griffierecht in een bij procesinleiding aangebrachte cassatiezaak moet worden aangeknoopt bij de waarde van de vordering waarover de rechter tegen wiens uitspraak het beroep in cassatie is gericht, had te beslissen, ook indien niet de betaling van een geldsom is gevorderd. Zowel de waarde van de vordering van de curator in conventie, als de waarde van de vordering van ING in reconventie, bedraagt meer dan € 100.000,-. De hoogte van het griffierecht is terecht bepaald naar het tarief geldend voor zaken met betrekking tot een vordering met een beloop van meer dan € 100.000,-.

 

De IEPT-versie volgt.

 

ECLI:NL:HR:2019:1912