Auteur Cruijff-biografie had niet mogen afzien van wederhoor

21-11-2019 Print this page
IEPT20191115, Rb Amsterdam, Johan Cruyff Foundation v Overamstel

Uitlating in biografie dat Johan Cruijff zich jaarlijks een miljoen door de Johan Cruijff Foundation heeft laten uitbetalen, onrechtmatig: Auteur had wederhoor moeten toepassen, de beschuldiging is ernstig en ernst van de beschuldiging brengt een extra verantwoordelijkheid mee voor verificatie van de juistheid van de uitlating.

 

PUBLICATIE

 

In biografie over Johan Cruijff schrijft de auteur dat Cruijff zich jaarlijks een miljoen [euro] door de Johan Cruijff Foundation heeft laten uitbetalen. De Foundation heeft een kort geding tegen de auteur en zijn uitgever aangespannen vanwege de, in haar ogen, onrechtmatigheid van deze uitspraak.

 

Ter zitting erkent de auteur dat de juistheid van deze beschuldiging niet aannemelijk is. Hij betreurt dit en houdt inmiddels rekening met de mogelijkheid dat zijn informanten op inkomsten van Cruijff uit andere activiteiten hebben gedoeld. Hij heeft de uitlatingen niet voorafgaand aan de publicatie van het boek voorgelegd aan de Foundation. Volgens de auteur was gebleken dat de Foundation aan de totstandkoming van dit boek niet wilde mee werken. Echter, zo oordeelt de voorzieningenrechter, was deze uitlating zo ernstig dat voor wederhoor alle aanleiding was. De beschuldiging houdt in dat Cruijff, zonder dat dit bekend was, zich jaarlijks uit de geworven fondsen via de Foundation een miljoen euro liet uitbetalen. Daardoor wordt ernstig afbreuk gedaan aan de werfkracht van Cruijff, ook postuum, als fondsenwerver. Hierdoor worden ook de belangen van de Foundation ernstig geschaad omdat deze, zoals de auteur en de uitgever weten, afhankelijk is van Cruijffs werfkracht. Ten tweede zou deze handelswijze ernstige gevolgen hebben voor de ANBI-status en haar goedkeuring door het CBF, de Nederlandse toezichthouder op goede-doelen-organisaties. Het was voorzienbaar voor de auteur en de uitgever dat dit voor de Foundation zwaarwegende financiële consequentie zou kunnen hebben.

 

De gesignaleerde misstand is ernstig. Wanneer de misstand juist is, heeft het publiek een gerechtvaardigd belang om over de misstand te worden geïnformeerd. De ernst brengt juist ook een extra verantwoordelijkheid mee voor verificatie van de juistheid van de uitlating en daarin is de auteur te ernstig te kort geschoten. De uitlating is onrechtmatig tegenover de Foundation. 

De voorzieningenrechter beveelt de auteur en de uitgeverij om op hun eigen websites gedurende vier weken een rectificatie te plaatsen en te zorgen dat aan de boeken die in eerste druk zijn verschenen een inlegvel met de rectificatie toegevoegd wordt en in de volgende drukken de beschuldigingen te schrappen.

 

IEPT20191115, Rb Amsterdam, Johan Cruyff Foundation v Overamstel

 

ECLI:NL:RBAMS:2019:8597