Geen inbreuk vanwege serieuze kans dat octrooi nietig is door ontbreken nieuwheid

19-11-2019 Print this page
Auteur:
Birgit Kunst-Verboon
IEPT20191115, Rb Den Haag, Tomra v Kiremko
(Met dank aan Rogier de Vrey, CMS)

Vorderingen Tomra inhoudende inbreukverbod Kiremko op het Nederlandse deel en de andere Europese delen van EP 385 afgewezen: niet aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat inbreuk wordt gemaakt op een geldig octrooirecht; Octrooi EP 385 is niet nieuw ten opzichte van GB 119.

 

OCTROOIRECHT - PROCESRECHT

 

Kiremko is een fabrikant van machines voor de aardappelverwerkende industrie. Eén van de machines die Kiremko vervaardigt en verhandelt, is de Strata Invicta. Tomra is houdster van het octrooi EP l 289 385 (hierna: EP 385), getiteld "Steam peeling processing system", dat is verleend op 29 maart 2006.

Tomra vordert primair een verbod voor Kiremko om inbreuk te maken op het Nederlandse deel en de andere Europese delen van EP 385, omdat Kiremko met de Strata Invicta inbreuk maakt op alle drie de kenmerken van conclusie 1 van EP 385 en op de afhankelijke conclusies 2 en 6 van EP 385.

 

Partijen zijn het er over eens dat kenmerk 1.1 van conclusie 1 al is geopenbaard in GB 119 en naar voorlopig oordeel wordt ook kenmerk 1.2 waarbij het drukvat in wezen de vorm heeft van een bol met tegenover elkaar gelegen, afgeplatte zijvlakken geopenbaard in GB 119. Het cilindrische deel is immers in één dimensie, de lengterichting, afgeplat. Dit deel van de vatwand, in figuur 1 van GB 119 met verwijzingscijfers 1 en 2, vormt zijvlakken van het vat. Tot slot is er op de in GB 119 met de cijfers 1 en 2 weergegeven zijvlakken sprake van een tegenoverliggend afgeplat zijvlak. Tomra betoogt dat de (vakman) vakpersoon [eigen verbetering – red. (BKV)] die het kenmerk leest, niet weet waar de afplattingen gelegen zijn, zodat hij/zij zich zal wenden tot de beschrijving en de figuren. Op basis van de figuren 12, 13 en 14 van EP 385 (zie onder 2.7) en paragraaf(0049] zal de vakpersoon begrijpen dat de afgeplatte zijvlakken, vlakken zijn die haaks staan op de rotatie-as van het stoomvat, aldus Tomra. Deze lezing gaat niet op, al omdat de figuren een uitvoeringsvoorbeeld zijn, maar de octrooiconclusie daartoe niet is beperkt. Bovendien kan de vakpersoon uit het octrooi geenszins opmaken dat met zijvlakken is bedoeld: vlakken die haaks staan op de rotatie-as. De vakpersoon zal het ook niet opvatten als een vorm van een perfecte bol waarvan vervolgens de zijvlakken zijn ‘ingeduwd’ of ‘deels weggehaald’. Tomra heeft niet duidelijk gemaakt op basis van welke vakkennis of welke aanwijzingen in het octrooi, de vakpersoon dit kenmerk in die beperkte zin zou opvatten. Dit conclusiekenmerk beschrijft een vorm, niet de werkwijze waarop die vorm tot stand moet worden gebracht.

 

De Strata Invicta beantwoordt volgens Tomra aan kenmerk 1.2, omdat de uiteinden van de asproppen met een vlakke flensconstructie in de Strata Invicta, volgens Tomra afgeplatte zijvlakken vormen in de zin van dit kenmerk. Deze asproppen zijn vergelijkbaar met de sleeves in GB 119. Als de verticale uiteinden van de asproppen van de Strata Invicta als afgeplatte zijvlakken in de zin van kenmerk 1.2 gelden, moeten de asproppen in GB 119 eveneens aangemerkt worden als afgeplatte zijvlakken en is kenmerk 1.2 derhalve ook geopenbaard in GB 119.

 

GB 119 openbaart impliciet maar duidelijk en ondubbelzinnig een liftvoorziening in de zin van kenmerk 1.3. Gelet op het feit dat de vorm van het deksel niet alleen in de figuren is geopenbaard, maar mede is beschreven in de beschrijving van GB 119, was de maatstaf die deze rechter aanlegde in het exhibitievonnis, onder verwijzing naar de Case law van het EOB over openbaarmakingen alleen in tekeningen, bij nader inzien te streng. De situatie dat het kenmerk uitsluitend in een tekening in GB 119 is geopenbaard, is in deze zaak niet aan de orde.

 

Naar voorlopig oordeel is conclusie 1 van EP 385 niet nieuw ten opzichte van GB 119. Een zelfde lot is conclusie 2 beschoren. Conclusie 6 ontbeert naar voorlopig oordeel inventiviteit. Net als Kiremko acht de voorzieningenrechter het volstrekt voor de hand liggend om een roteerbaar vat rotatie-symmetrisch uit te voeren en om de rotatie-as en symmetrie-as samen te laten vallen.

 

IEPT20191115, Rb Den Haag, Tomra v Kiremko

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:12109