Nieuw verbod met dwangsom nadat eerder verbod niet is nageleefd

14-02-2020 Print this page
IEPT20191118, Rb Rotterdam, Vermeende getuige moord Vaatstra

Geen opheffing derdenbeslag onder moeder [naam eiser]: niet voldaan aan veroordeling 9 mei 2018 (IEPT20180509), waardoor de volledige dwangsommen zijn verbeurd, kans aanwezig dat nog procedure omtrent verklaring derdenbeslag aanhangig wordt. Reconventie: eiser moet aantal artikelen verwijderen die strijdig zijn met veroordeling uit vonnis 9 mei 2018. Nieuw verbod met dwangsom om eiser te noemen als getuige, (mede)dader of medeplichtige: eiser heeft zich niet aan eerder verbod uit vonnis 9 mei 2018 gehouden.


PROCESRECHT

 

Kort geding. [naam eiser] beheert de website [naam website]. Op deze website schrijft [naam eiser] over geruchtmakende moordzaken waaronder de moord op John F. Kennedy, de Deventer moordzaak en de moord op Marianne Vaatstra. [naam eiser] houdt zich sinds 2009 bezig met onderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra. [naam eiser] is ervan overtuigd dat [naam 1] niet de moordenaar van Marianne Vaatstra is, maar dat [naam gedaagde] erbij betrokken was. Hij heeft daarom een aantal artikelen geschreven waarin hij stelt dat [naam gedaagde] bij de moord betrokken was. Bij vonnis van 9 mei 2018 (IEPT20180509), is [naam eiser] een publicatieverbod opgelegd, een rectificatieplicht en een dwangsom. De rectificatie diende op grond van het vonnis voor onbepaalde tijd online te staan, maar [naam gedaagde] heeft [naam eiser] laten weten dat een periode van drie maanden voor hem voldoende was. [naam eiser] heeft de rectificatie echter al na drie weken verwijderd en nieuwe artikelen geplaatst over [naam eiser]. [naam eiser] vordert in deze zaak in conventie opheffing van het onder zijn moeder gelegde derdenbeslag. In reconventie vordert [naam gedaagde] verwijdering van de nieuwe artikelen en een nieuw publicatieverbod.

 

De voorzieningenrechter laat het derdenbeslag in stand, aangezien niet is voldaan aan de eerdere veroordeling, waardoor de volledige dwangsommen (€ 100.000) zijn verbeurd. In de verklaring derdenbeslag heeft de moeder van [naam eiser] verklaard dat zij niets onder zich heeft dat toebehoort aan [naam eiser] en dat [naam eiser] ook geen vordering op haar heeft. [naam gedaagde] twijfelt aan de juistheid van deze verklaring en heeft daarom op grond van artikel 477a lid 2 Rv de mogelijkheid de verklaring derdenbeslag van de moeder van [naam eiser] (gedeeltelijk) te betwisten en ten aanzien hiervan een procedure te starten. Ook is gesteld noch gebleken dat [naam eiser] thans concreet hinder ondervindt van het executoriaal derdenbeslag onder zijn moeder.

 

In reconventie wordt [naam eiser] veroordeeld om een aantal artikelen te verwijderen die strijdig zijn met zijn eerdere veroordeling en wordt een nieuw verbod met dwangsom opgelegd.

 

IEPT20191118, Rb Rotterdam, Vermeende getuige moord Vaatstra

 

ECLI:NL:RBROT:2019:10197