Ali B mocht geluidsfragment Opsporing Verzocht waarin eiseres spreekt over dader met “Ali B-accent” laten horen in show
20-01-2020 Print this page
Laten horen geluidsfragment Opsporing Verzocht waarin eiseres spreekt over dader met “Ali B-accent” in show van Ali B vormt geen inbreuk op haar portretrecht: portretrecht ziet op een afbeelding van (een deel van) het gelaat van een persoon. Ook geen strijd met AVG: stem is weliswaar biometrisch persoonsgegeven, gegevens door hun onderlinge combinatie dusdanig uniek zijn dat ze maar op één persoon - zijnde eiseres - betrekking kunnen hebben, gebruik van het stemfragment is een rechtmatige verwerking ten behoeve van een uitsluitend artistieke uitdrukkingsvorm. Ook beroep op schending persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM kan eiseres niet baten: Ali B komt het recht toe zijn gevoelens te uiten en te reageren op negatieve publiciteit na uitspraak eiseres, gestelde negatieve gevolgen van herhalen fragment niet aannemelijk gemaakt.
Ali B mocht een geluidsfragment uit Opsporing Verzocht waarin eiseres spreekt over een dader die sprak met een “Ali B-accent” laten horen in zijn theatershow. De rechtbank Midden-Nederland verwerpt het beroep van eiseres op haar portretrecht, de AVG en de schending van haar persoonlijke levenssfeer.
Het beroep op inbreuk op het portretrecht strandt nu de stemopname niet valt onder het bereik van het portretrecht. Het portretrecht ziet op een afbeelding van (een deel van) het gelaat van een persoon, zodanig dat de geportretteerde, al dan niet door de combinatie met andere factoren, kan worden herkend. De stem is geen afbeelding van het gelaat, zo overweegt de rechtbank.
Ook van strijd met de AVG is geen sprake. Een stem is weliswaar een biometrisch persoonsgegeven, en de gegevens zijn door hun onderlinge combinatie dusdanig uniek dat ze maar op één persoon - zijnde eiseres - betrekking kunnen hebben. Het gebruik van het stemfragment moet volgens de rechtbank echter worden aangemerkt als een rechtmatige verwerking ten behoeve van een uitsluitend artistieke uitdrukkingsvorm.
Ook een beroep op schending van de persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM kan eiseres niet baten. Ali B komt het recht toe zijn gevoelens te uiten en te reageren op de negatieve publiciteit na de uitspraak van eiseres. Anders dan eiseres heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat hij eiseres daarbij niet heeft weggezet als iemand die discrimineert. De gestelde negatieve gevolgen van het herhalen van het fragment zijn volgens de rechtbank bovendien niet aannemelijk gemaakt. Daarom zijn de omstandigheden aan de zijde van eiseres van onvoldoende gewicht, om het recht op vrijheid van meningsuiting van Ali B, zoals gewaarborgd door artikel 10 EVRM, te beperken dan wel te ontnemen.
IEPT20200109, Rb Midden-Nederland, Spec Entertainment
