Bekrachtigd dat vordering tot vergoeding van schade als gevolg van verlies van beschikking over domeinnamen verjaard is

17-01-2020 Print this page
IEPT20200114, Hof Amsterdam, Bulldog
(Met dank aan Lars Bakers en Matthijs Schonewille, BINGH Advocaten)

Vordering tot vergoeding van als gevolg van verlies van controle over domeinnamen geleden schade verjaard ex art. 3:310 BW. Verjaringstermijn betreft 5 jaar en niet 20 jaar zoals appellant stelt. Verjaring begonnen op 10 augustus 2004, de datum waarop domeinnamen niet langer verwezen naar sites appellant, niet pas na onherroepelijk worden van arrest 2 oktober 2012 (IEPT20121002) met oordeel dat handelen appellant niet onrechtmatig was: bekendheid met de juridische haalbaarheid van de zaak is blijkens jurisprudentie HR niet vereist. Verjaring vervolgens niet gestuit voor 11 augustus 2009: gevoerde rechtszaken (beroep op 3:316 BW) hebben geen stuitende werking, nu deze niet op één lijn met vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen van geïntimeerde kunnen worden gesteld. Ook geen schriftelijke aanmaning of mededeling ex artikel 3:317(1) BW: geen sprake van voldoende duidelijke waarschuwing aan geïntimeerde dat appellant recht op schadevergoeding voorbehield en geïntimeerde zich daartegen had te verweren.

 

VERJARING

 

Hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 september 2017 (IEPT20170906), waarin werd geoordeeld dat de vordering van eiser, thans appellant, tot vergoeding van schade als gevolg van verlies van beschikking over de domeinnamen bulldog.com en buldog.com verjaard is. Het vonnis wordt bekrachtigd.

 

Het hof oordeelt dat sprake is van verjaring. De stelling dat de verjaringstermijn 20 jaar zou betreffen in plaats van 5 jaar wordt niet gevolgd. Dat een schadevergoedingsvordering op grond van het slot van artikel 3:310 BW in ieder geval verjaart door verloop van 20 jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt is op zich juist, maar deze absolute verjaringstermijn kan volgens het hof niet afdoen aan de toepasselijkheid van de relatieve termijn van 5 jaren die begint zodra de benadeelde bekend is geworden met zowel de schade als de daarvoor aansprakelijke persoon. De verjaring is volgens het hof gaan lopen op 10 augustus 2004, de datum waarop de domeinnamen niet langer verwezen naar de websites van appellant en niet pas na het onherroepelijk worden van het arrest van 2 oktober 2012 (IEPT20121002), waarin werd geoordeeld dat het handelen van appellant niet onrechtmatig was. Bekendheid met de juridische haalbaarheid van de zaak is blijkens de jurisprudentie van de Hoge Raad niet vereist. Het gaat om het moment dat appellant daadwerkelijk in staat was een rechtsvordering tot schadevergoeding in te stellen.

 

De verjaring is vervolgens niet vóór 11 augustus 2009 gestuit, waardoor de vordering tot schadevergoeding is verjaard. De door appellant gevoerde rechtszaken hebben geen stuitende werking gehad en er is ook verder geen sprake geweest van een voldoende duidelijke waarschuwing aan geïntimeerde dat appellant het recht op schadevergoeding voorbehield en geïntimeerde zich daartegen had te verweren.

 

IEPT20200114, Hof Amsterdam, Bulldog

 

ECLI:NL:GHAMS:2020:44