Exhibitie afgewezen

11-02-2020 Print this page
IEPT20200121, Rb Midden-Nederland, VUB
(Met dank aan Paul Marcelis & Julian Eck, Brinkhof)

Exhibitie (artikel 843a Rv jo 1019a Rv) in zaak tussen Ablynx en gedaagde afgewezen bij gebrek aan een rechtsbetrekking: gestelde schadevergoeding op 12 mei 2019 verjaard. VUB heeft spoedeisend belang bij schadevergoeding in vorm van moratorium (tijdelijk verbod om producten op markt te brengen). Exhibitie in zaak tussen VUB en gedaagde afgewezen na belangenafweging: kans dat moratorium als vorm van schadevergoeding anders dan in geld wordt toegewezen acht vzgr voorshands klein nu schade niet is onderbouwd en moratorium geen gangbare vorm van schadevergoeding is in Nederlands recht, geen redelijk vermoeden van rechtsbetrekking tussen VUB en afnemers/opdrachtgevers gedaagde, gedaagde heeft reëel belang bij beoordeling ten gronde, nu ook bestanden die niet van gedaagde zijn in beslag zijn genomen.

 

PROCESRECHT

 

Kort geding. Vrije Universiteit Brussel en Ablynx hebben bewijsbeslag onder gedaagde laten leggen. Op 16 december 2019 hebben eisers gedaagde gedagvaard in een artikel 843a Rv-bodemprocedure. Het petitum van de dagvaarding van de bodemprocedure is vrijwel gelijkluidend aan het petitum van de dagvaarding in het kort geding, in de zin van dat in die procedure dezelfde exhibitie is gevorderd. De vorderingen worden afgewezen.

 

De exhibitie wordt in de zaak tussen Ablynx en gedaagde afgewezen bij gebrek aan een rechtsbetrekking, omdat de gestelde schadevergoeding voorshands oordelend is verjaard op 12 mei 2019.

 

In de zaak tussen VUB en gedaagde wordt allereerst onderzocht of sprake is van spoedeisend belang. Het spoedeisend belang wordt aangenomen, omdat VUB naast een schadevergoeding in geld schadevergoeding in natura in de vorm van een moratorium vordert, waarmee een tijdelijk verbod om producten op de markt te brengen mee wordt bedoeld. Een schadevergoeding in de vorm van een moratorium is slechts zinvol als de maatregel tijdig wordt opgelegd.

 

Het belang van VUB bij exhibitie van bescheiden om daarna een moratorium te kunnen vorderen is echter afgewogen tegen de belangen van gedaagde om niet reeds voorafgaand aan een beslissing in de bodemprocedure in dit geschil over te moeten gaan tot exhibitie van bedrijfsvertrouwelijke documenten onvoldoende. De voorzieningenrechter acht de kans dat een moratorium als vorm van schadevergoeding anders dan in geld wordt toegewezen klein, nu de schade niet is onderbouwd en een moratorium geen gangbare vorm van schadevergoeding is in het Nederlandse recht. Daarnaast geldt dat VUB stelt dat het haar er met name te doen is om een moratorium jegens afnemers/opdrachtgevers van gedaagde te kunnen vorderen. Iedere motivering van de voorbehouden handelingen van de vermoede afnemers/opdrachtgevers ontbreekt echter, waardoor geen sprake is van een redelijk vermoeden van een rechtsbetrekking. Gedaagde heeft daarentegen een reëel belang bij beoordeling ten gronde van de zaak, nu zich onder de beslagen stukken ook concurrentiegevoelige, bedrijfsvertrouwelijke informatie bevindt en in geschil is of het beslag te ruim is gelegd.

 

IEPT20200121, Rb Midden-Nederland, VUB

 

ECLI:NL:RBMNE:2020:214