Passage in artikel in tijdschrift Marinjo waarin eiseres wordt beticht van verkoop van merchandise zonder toestemming van RMS-strijder T. begeleid door een foto van haar, onrechtmatig: passage vindt geen steun in de feiten en mevrouw S. is geen gelegenheid gegeven haar lezing te geven.
Kort geding. Mevrouw S. is vrijwilligster voor de Molukse mensenrechtenorganisatie PAK. Marinjo is het enige papieren magazine voor de Molukse gemeenschap in Nederland. Marinjo verschijnt elke twee maanden. Mevrouw S. verkocht producten met een foto en de naam van een RMS-strijder (T.) erop. Dit was met toestemming van de RMS-strijder, maar deze heeft zijn toestemming ingetrokken, waarop zij de verkoop van de producten heeft gestaakt. Later heeft hij toch weer zijn toestemming gegeven. In de december 2018/januari 2019- editie van Marinjo is een artikel over de RMS-strijder geplaatst. In een passage wordt genoemd dat mevrouw S. merchandise verkoopt zonder zijn toestemming. Bij dit artikel is een foto van haar geplaatst. Op deze foto staat mevrouw S. in een kraam met de betreffende merchandise.
Mevrouw S. stelt dat met de publicatie van het artikel een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer, eer en goede naam is gemaakt, enerzijds door publicatie van een foto van haar waarbij ook haar naam is vermeld en anderzijds door de mededeling in het artikel dat zij geen toestemming van de strijder zou hebben om zijn naam op de merchandise van PAK te gebruiken. Mevrouw S. stelt dat het publiceren van haar foto en haar naam gevolgen kan hebben voor haar familie die op de Molukken woont. Daarbij kan het publiceren van de foto in combinatie met haar naam en de mededeling dat zij zonder toestemming van T. merchandise verkoopt, afbreuk doet aan haar integriteit en de integriteit van PAK. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft mevrouw S. een redelijk belang om zich tegen de publicatie van de foto met naam te verzetten. De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat mevrouw S ten tijde van de publicatie van het artikel toestemming had om namens PAK merchandise met de naam van T. te verkopen. Aangenomen moet worden dat de mededeling in Marinjo (dat zij geen toestemming had de merchandise te verkopen) geen steun vindt in de feiten. Gedaagden hebben aangeboden het opgenomen telefoongesprek - waarin volgens hen T. zegt dat hij geen toestemming voor de verkoop heeft gegeven - te laten horen, maar omdat dit gesprek in het Maleis is en de voorzieningenrechter en de advocaat van S. deze taal niet machtig zijn, maakt dat het bij het beluisteren van deze opname onzeker zou blijven wat gezegd is. Deze mededeling is bovendien gedaan zonder mevrouw S. de gelegenheid te geven haar lezing te geven terwijl het tijdschrift binnen de gehele Molukse gemeenschap wordt gelezen. Dit maakt dat de vrijheid van meningsuiting van de gedaagden moet wijken voor het recht van S. op bescherming van haar eer en goede naam. Gedaagden hebben door het schrijven en publiceren van het stuk onrechtmatig jegens S. gehandeld. Gedaagden mogen de foto en de betreffende passage in het artikel niet verder openbaar maken en er wordt hen een rectificatie opgelegd.
IEPT20200219, Rb Gelderland, Artikel Marinjo
