Rabobank heeft methode tegen skimmen niet ontleend aan appellant

25-05-2020 Print this page
IEPT20200407, Hof Amsterdam, Rabobank

Rabobank heeft zich niet aan toerekenbare niet-nakoming van enige verplichting of onrechtmatige daad schuldig gemaakt door met een methode tegen skimmen te komen waarvan appellant stelt dat hij deze heeft bedacht: uit interne stukken volgt onmiskenbaar dat Rabobank voorafgaand aan het eerste contact met appellant reeds bezig was met de voorbereiding van soortgelijke maatregelen, onvoldoende onderbouwd dat tussen Rabobank en appellant op enig moment niettemin is overeengekomen dat Rabobank hetgeen appellant aan Rabobank heeft medegedeeld niet zonder toestemming van of vergoeding aan appellant in de praktijk zou brengen.

 

ONRECHTMATIGE DAAD

 

Apellant heeft in 2012 Rabobank benaderd met de beschrijving van een methode om de gevolgen van skimmen te beperken. Rabobank heeft aangegeven reeds bezig te zijn met maatregelen om de gevolgen van skimmen tegen te gaan, en heeft deze maatregelen enkele maanden later wereldkundig gemaakt. Appellant stelt dat Rabobank er vandoor is gegaan met zijn idee. Net als de rechtbank oordeelt het Hof echter dat hier geen sprake van is.

 

Uit interne stukken van Rabobank volgt volgens het Hof namelijk onmiskenbaar dat zij voorafgaand aan het eerste contact met appellant reeds bezig was met de voorbereiding van maatregelen tegen skimmen. Tot de voorgenomen maatregelen behoorde de introductie een systeem bestaande uit het standaard “uit” zetten van het gebruik van bankpassen buiten Europa met de mogelijkheid voor de klant om per regio het gebruik buiten Europa tijdelijk “aan” te zetten. Appellant heeft aan Rabobank dus geen nieuw idee gepresenteerd.

 

Bovendien is onvoldoende onderbouwd dat tussen Rabobank en appellant op enig moment niettemin is overeengekomen dat Rabobank hetgeen appellant aan Rabobank heeft medegedeeld niet zonder toestemming van of vergoeding aan appellant in de praktijk zou brengen. Dat ligt ook niet voor de hand, omdat de Rabobank voorafgaande aan het eerste contact met appellant reeds bezig was met de voorbereiding van de implementatie van hetzelfde idee, zo concludeert het Hof.

 

IEPT20200407, Hof Amsterdam, Rabobank

 

ECLI:NL:GHAMS:2020:1249