Charly-stoel van Montis komt geen auteursrechtelijke bescherming meer toe: uit de beantwoording van de in het tussenarrest gestelde prejudiciële vragen volgt dat het auteursrecht - dat vóór 1 december 2003 is vervallen wegens het niet tijdig afleggen van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in art. 21 lid 3 (oud) BTMW - niet is herleefd als gevolg van het vervallen van dat vereiste per 1 december 2003.
De afgebeelde Charly-stoel van Montis komt geen auteursrechtelijke bescherming meer toe.
In het tussenarrest van 13 december 2013 (IEPT20131213) heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld aan het Benelux-Gerechtshof over het overgangsrecht inzake het vervallen instandhoudingsverklaringsvereiste. Het Benelux-Gerechtshof heeft vervolgens prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU, die de vragen in zijn arrest van 20 oktober 2016 heeft beantwoord (IEPT20161020). Het Benelux-Gerechtshof heeft de vragen van de Hoge Raad vervolgens op 17 juli 2018 (IEPT20180717) beantwoord.
Uit de beantwoording van de vragen volgt dat het auteursrecht van Montis op de Charly, dat vóór 1 december 2003 is vervallen wegens het niet tijdig afleggen van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in art. 21 lid 3 (oud) BTMW, niet is herleefd als gevolg van het vervallen van dat vereiste per 1 december 2003.