Nederlandse delen EP 099 en EP 140 voor beveiliging, authenticatie en verificatie van elektronische transacties bevatten toegevoegde materie

02-06-2020 Print this page
IEPT20200513, Rb Den Haag, DTS v Samsung

Geen toepassing vertrouwelijkheidsregime artikel 1019ib Rv: artikel 1019ib Rv niet van toepassing, nu zaken niet zien op bescherming van bescherming bedrijfsgeheimen. Mededelingsverbod voor aantal producties en hetgeen achter gesloten deuren aan de orde is gekomen: Samsung heeft zwaarwegende belangen bij geheimhouding van gegevens die de architectuur van beveiligings-, authenticatie- en verificatiefuncties van Samsungproducten betreffen. Derde uitvoeringsvorm (bestuderingssysteem heeft toegang tot opslaglocaties) WO 752 is geen uitvoeringsvorm van uitvinding waarvoor octrooi is verleend in EP 099: in EP 099 wordt geclaimd dat besturingssysteem geen toegang tot opslaglocaties heeft. Deelkenmerk 1.5 conclusie 1 EP 099 bevat toegevoegde materie ten opzichte van aanvrage WO 752: door DTS aangehaalde passages zien op de derde uitvoeringsvorm die niet onder beschermingsomvang verleende conclusies valt, uit WO 752 af te leiden dat de beveiliging van transacties wordt bereikt door de authenticatiegegevens op te slaan op een opslaglocatie in het BIOS of afgeschermd van het besturingssysteem door het BIOS, voor zover deelkenmerk 1.5 claimt dat authenticatiegegevens ook opgeslagen kunnen zijn in “any other secure location” is sprake van ontoelaatbare toegevoegde materie. Structureel samenhangende maatregelen uit een uitvoeringsvorm mogen niet verruimd worden door toevoeging van een facultatieve maatregel, afkomstig uit een uitvoeringsvorm waarin die maatregel niet samenhangt met de overige structurele maatregelen. Deelkenmerk 1.12 conclusie 1 EP 099 bevat toegevoegde materie: vakman zal op grond van aanvrage WO 752 "a secure memory location inaccessible to an operating system" zo opvatten dat zowel authenticatiesoftware als de opslaglocatie daarvan ontoegankelijk is voor het besturingssysteem, vakman zou begrijpen dat dit het geval is als authenticatiesoftware zich in of achter het BIOS bevindt (wat niet wordt geclaimd), waardoor sprake is van toegevoegde materie. Onafhankelijke conclusies 23 en 24 bevatten (vrijwel gelijkluidende) deelkenmerken, waardoor ook sprake is van toegevoegde materie. Afhankelijke volgconclusies ook nietig. Onafhankelijke conclusies EP 140 bevatten toegevoegde materie. Afhankelijke volgconclusies ook nietig. Zaken aangehouden met betrekking tot buitenlandse delen EP 099 en EP 140 totdat vaststaat of die delen al dan niet geldig zijn.

 

PROCESRECHTOCTROOIRECHT

 

DTS legt zich – onder meer – toe op het technisch en commercieel exploiteren van de intellectuele eigendomsrechten die zij overgedragen heeft gekregen van Ward Participations B.V. Zij is houdster van octrooien EP 099 en EP 140 die zijn op beveiliging, authenticatie en verificatie van elektronische transacties. Volgens DTS valt de functionaliteit van alle mobiele telefoons, tablets en smartwatches die Samsung in Nederland en in de andere gedesigneerde landen produceren en verhandelen onder beschermingsomvang van de octrooien.

 

Samsung heeft verzocht om toepassing van een vertrouwelijkheidsregime op grond van artikel 1019ib rv en subsidiair op grond van de artikelen 27 t/m 29 Rv. De rechtbank oordeelt dat artikel 1019ib niet van toepassing is, omdat de onderhavige zaken geen betrekking hebben op een bedrijfsgeheim. Er wordt wel een mededelingsverbod opgelegd op grond van artikelen 27 en 29 Rv voor aantal producties en hetgeen achter gesloten deuren aan de orde is gekomen.

 

Samsung heeft gesteld dat in beide octrooien sprake is van toegevoegde materie. Dat verweer gaat voor beide octrooien op. Ten aanzien van EP 099 wordt geoordeeld dat uit aanvrage WO 752 af te leiden is dat de beveiliging van transacties wordt bereikt door de authenticatiegegevens op te slaan op een opslaglocatie in het BIOS of afgeschermd van het besturingssysteem door het BIOS. Voor zover deelkenmerk 1.5 claimt dat authenticatiegegevens ook opgeslagen kunnen zijn in “any other secure location” is daarom sprake van ontoelaatbare toegevoegde materie. Ook deelkenmerk 1.12 van conclusie 1 van EP 099 bevat toegevoegde materie. De vakman zal op grond van aanvrage WO 752 “a secure memory location inaccessible to an operating system” zo opvatten dat zowel authenticatiesoftware als de opslaglocatie daarvan ontoegankelijk is voor het besturingssysteem. De vakman zou begrijpen dat dit het geval is als de authenticatiesoftware zich in of achter het BIOS bevindt (wat niet wordt geclaimd), waardoor sprake is van toegevoegde materie. De onafhankelijke conclusies 23 en 24 bevatten (vrijwel gelijkluidende) deelkenmerken, waardoor ook sprake is van toegevoegde materie en ook voor de afhankelijke volgconclusies wordt geoordeeld dat sprake is van toegevoegde materie.

 

De onafhankelijke conclusies van EP 140 bevatten naar het oordeel van de rechtbank ook toegevoegde materie, omdat geen recht wordt gedaan aan de uit de oorspronkelijk ingediende aanvrage voortvloeiende noodzakelijke aanwezigheid en functie van het BIOS van het elektronische apparaat. Het zelfde wordt geoordeeld over de volgconclusies van EP 140. De zaken worden aangehouden met betrekking tot de buitenlandse delen van EP 099 en EP 140 totdat vaststaat of die delen al dan niet geldig zijn.

 

IEPT20200513, Rb Den Haag, DTS v Samsung

 

ECLI:NL:RBDHA:2020:4264