Vordering DFT tot schorsing van tenuitvoerlegging vonnis afgewezen nu niet aannemelijk is geworden dat vonnis voorzieningenrechter op een kennelijke misslag berust

06-04-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
IEPT20200526, Rb Gelderland, DFT v CTV Armaturen

Vordering DFT tot schorsing van tenuitvoerlegging vonnis afgewezen nu niet aannemelijk is geworden dat vonnis voorzieningenrechter op een kennelijke misslag berust en belang CTV Armaturen bij uitvoerbaarheid bij voorraad weegt zwaarder: niet enkel de aangenomen miskenning van de onthoudingsverklaring getekend door DFT heeft geleid tot toewijzing van de vorderingen maar ook het verdere handelen van DFT in samenwerking met [naam 1], stelling dat voorzieningenrechter meer heeft toegewezen dan op basis van de onthoudingsverklaring mogelijk was kan dan ook niet worden gevolgd, met onrechtmatig handelen van DFT is het belang van CTV Armaturen bij een verbod op het gebruik van de naam/het merk CTV door DFT gegeven en niet gebleken dat DFT bij tenuitvoerlegging onherstelbare schade lijdt of niet actief kan zijn in KSA.

 

HANDHAVING - PROCESRECHT

 

Kort geding. CTV Armaturen GmbH exploiteerde een onderneming die zich bezighield met de levering van diensten en mechanische producten voor de water- en waterafvalsector. Zij was ook actief in het Koninkrijk Saoedi Arabië (KSA). [naam 1] was directeur van deze vennootschap. CTV Armaturen GmbH is in staat van faillissement gesteld. [naam 2] heeft uit de faillisementsboedel een deel van de activa verworven, waaronder in ieder geval de merk- en octrooirechten en het volledige klantenbestand. [naam 2] heeft de activa ondergebracht in de nieuwe vennootschap CTV Armaturen & Penstocks GmbH. [naam 2] heeft de activiteiten van de gefailleerde vennootschap in KSA voortgezet. [naam 1] is in contact geraakt met [naam 3]. [naam 3] heeft een vennootschap opgericht met de handelsnaam CTV Armaturen B.V.. [naam 1] is werkzaam als extern adviseur voor DFT en maakt gebruikt van zijn oude contacten in KSA om projecten binnen te halen. Na sommatie daartoe door CTV Armaturen & Penstocks heeft [naam 3] de handelsnaam gewijzigd in DFT en een onthoudingsverklaring getekend. DFT heeft hierna het woordmerk CTV in KSA gedeponeerd en het merk is vervolgen ingeschreven. DFT is door de voorzieningenrechter veroordeeld tot het doorhalen van de merkregistratie in KSA, omdat zij onrechtmatig handelt jegens CTV Armaturen & Penstocks DFT. DFT stelt dat dit vonnis op een kennelijke misslag berust, nu de voorzieningenrechter meer in de onthoudingsverklaring heeft gelezen dan er feitelijk in staat en dat meer is toegewezen dan op basis van de verklaring mogelijk was. Zij vordert dan ook schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis in kort geding. 

 

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Het vonnis berust niet op een kennelijke misslag. De onthoudingsverklaring is in de beoordeling meegewogen, maar de miskenning van die verklaring heeft niet enkel tot toewijzing van de vorderingen geleid. Aan de toewijzing van de vorderingen ligt ook ten grondslag het verdere (onrechtmatig) handelen van DFT in samenwerking met [naam 1]. De stelling dat de voorzieningenrechter meer heeft toegewezen dan op basis van de onthoudingsverklaring mogelijk was kan dan ook niet worden gevolgd. Met het aannemen van het onrechtmatig handelen van DFT is het belang van CTV Armaturen bij een verbod op het gebruik van de naam/het merk CTV door DFT gegeven. DFT heeft aangevoerd dat dit voor haar tot onherstelbare schade lijdt en dat zij wordt uitgeschakeld op de markt van KSA indien zij het merk moet doorhalen. Die stellingen zijn volgens de voorzieningenrechter niet aannemelijk geworden. De vordering tot schorsing van de executie van het vonnis wordt afgewezen. 

 

IEPT20200526, Rb Gelderland, DFT v CTV Armaturen

 

ECLI:NL:RBGEL:2020:3031