Rechtbank Noord-Nederland onbevoegd ten aanzien van vordering in reconventie tot nietigverklaring van Uniemerken MSAR
26-01-2021 Print this page
Rechtbank Noord-Nederland onbevoegd voor zover vordering in reconventie ziet op nietigverklaring en doorhaling van Uniemerken MSAR: rechtbank Den Haag is exclusief bevoegd en verknochtheid van vorderingen kan exclusieve bevoegdheid niet opzijzetten.
Vonnis in incident. In de hoofdzaak heeft MSAR – kort gezegd – gevorderd om voor recht te verklaren dat [D] c.s. inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten die verband houden met het teken ‘[D]’ en op het recht van MSAR op bescherming van haar eer en goede naam en dat [G] het Beneluxmerk en de Uniemerkaanvraag voor het woordmerk te kwader trouw heeft gedeponeerd. [D] c.s. vordert in reconventie onder meer om de doorhaling van de Uniemerken van MSAR te bevelen. [D] c.s. vordert in dit incident primair dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart.
De rechtbank oordeelt als volgt. Op grond van artikelen 123 lid 1, 124 onder a en 125 lid 1 van de Uniemerkenverordening in verband met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk is de rechtbank Den Haag exclusief bevoegd kennis te nemen van de vordering in reconventie die ziet op de nietigheid en de doorhaling van de Uniemerken van MSAR. De vorderingen in conventie behoren niet tot de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank Den Haag. De rechtbank volgt MSAR verder niet in het standpunt dat, nu de rechtbank relatief bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen die geen betrekking hebben op een Uniemerk, de rechtbank vanwege de verknochtheid van alle vorderingen bevoegd zou zijn kennis te nemen van het volledige geschil. De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden is daarom onbevoegd van de vordering in reconventie kennis te nemen. De hoofdzaak wordt zowel in conventie als in reconventie verwezen naar de rechtbank Den Haag.
IEPT20200708, Rb Noord-Nederland, MSAR
Nelisa de Bruin
