Philips dient proceskosten Hesdo te vergoeden ondanks intrekking kort geding

01-05-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
IEPT20201005, Rb Gelderland, Philips v Hesdo

Philips moet gemaakte proceskosten van Hesdo alsnog vergoeden ondanks intrekking kort geding: aannemelijk is geworden dat Hesdo zich (uitvoerig) op de geplande zitting heeft voorbereid en dat in dat verband daarmee nodige kosten zijn gemaakt, kosten zijn op gebruikelijke wijze begroot nu Hesdo niet heeft gespecificeerd of onderbouwd welke kosten zijn gemaakt.

 

PROCESRECHT

 

Kort geding. Philips heeft een dagvaarding uitgebracht waarin zij vordert dat Hesdo wordt verboden verdere inbreuk te maken op de auteursrechten van Philips op de behuizing van de Avent flessenwarmer. Hesdo heeft vooruitlopend op haar verweer ter zitting een drietal producties in het geding gebracht. Philips heeft het kort geding ingetrokken, nu op grond van die producties nader onderzoek moet worden verricht naar de houdbaarheid van haar vorderingen. Deze uitspraak ziet enkel nog op de proceskosten. 

 

Philips moet, op basis van een uitspraak van de Hoge Raad van 3 juni 2016 (IEPT20160603), de door Hesdo gemaakte proceskosten ter voorbereiding op de zitting vergoeden omdat aannemelijk is geworden dat Hesdo zich (uitvoerig) op de geplande zitting van 21 september 2020 heeft voorbereid en dat in verband daarmee de nodige kosten zijn gemaakt. De door Hesdo gemaakte kosten zijn echter niet gespecificeerd, waardoor Philips zich (inhoudelijk) niet, althans niet behoorlijk tegen de ingediende declaraties en daarmee het gevorderde totaalbedrag heeft kunnen verweren en dat kan niet worden vastgesteld of de opgevoerde kosten redelijk en evenredig zijn als bedoeld in 1019h Rv. De kosten zijn op gebruikelijke wijze, zie onder andere HR 20 december 2013 (IEPT20131220), begroot.

 

IEPT20201005, Rb Gelderland, Philips v Hesdo

 

ECLI:NL:RBGEL:2020:5868