Overleggen van beschermd werk als bewijsstuk aan een rechter is geen mededeling aan een publiek

23-03-2021 Print this page
Auteur:
Nelisa de Bruin
IEPT20201028, HvJEU, BY v CX

Overleggen van niet-fysieke kopieën van een werk geen distributie onder publiek maar mededeling aan publiek in de zin van Auteursrechtrichtlijn: om te beginnen zij opgemerkt dat uit het verzoek om een prejudiciële beslissing blijkt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde foto in de vorm van een elektronische kopie per e-mail is overgelegd aan de rechter waarbij de zaak toen aanhangig was. Geen “mededeling aan een publiek” wanneer een beschermd werk langs elektronische weg aan een rechter wordt overgelegd als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure tussen particulieren: het beschermde werk wordt ontvangen door een duidelijk afgebakende en besloten groep personen die bij een rechterlijke instantie openbare dienstfuncties uitoefenen, en niet tot een onbepaald aantal potentiële ontvangers.

 

AUTEURSRECHT - NABURIGE RECHTEN

 

BY en CX zijn natuurlijke personen die elk een eigen website beheren. In het kader van een procedure voor de civiele rechter heeft CX een kopie van een tekstpagina met een foto overgelegd als bewijsstuk aan de rechter bij wie de zaak aanhangig was. Deze pagina was afkomstig van de website van BY. BY is van mening dat daarmee inbreuk is gemaakt op zijn auteursrechten op de foto.

 

De verwijzende rechter wenst te vernemen of een rechter kan worden geacht onder het begrip “publiek”, in de zin van artikel 3 lid 1 van de Auteursrechtrichtlijn, te vallen. 

 

Het Hof overweegt dat er sprake is van een mededeling indien een beschermd werk langs elektronische weg aan een rechter wordt overgelegd als bewijsstuk in een gerechtelijke procedure tussen particulieren. Het begrip “publiek” ziet op een onbepaald aantal potentiële ontvangers en impliceert het bovendien een vrij groot aantal personen. In casu moet de mededeling worden geacht te zijn gericht tot een duidelijk afgebakende en besloten groep personen die bij een rechterlijke instantie openbaredienstfuncties uitoefenen. Derhalve oordeelt het Hof dat er geen sprake is van een "mededeling aan het publiek" in de zin van artikel 3 lid 1 van de Auteursrechtrichtlijn.

 

IEPT20201028, HvJEU, BY v CX

 

C-637/19 - ECLI:EU:C:2020:863