Hof bekrachtigt vonnis over vernietiging ex parte bevelen

01-02-2021 Print this page
IEPT20201222, Hof Den Haag, Audi

Aan het vervallen van een ex parte bevel wegens het verstrijken van de ingevolge artikel 1019i Rv bedoelde termijn voor het instellen van een procedure komt geen terugwerkende kracht toe: reeds voor afloop van de 1019i Rv-termijn verbeurde dwangsommen vervallen niet. Andere voorzieningenrechter dan de rechtbank Den Haag slechts bevoegd om voorlopige maatregelen te nemen in kort geding (waaronder een bevel ingevolge artikel 1019e Rv is te begrijpen) ten aanzien van Uniemerken, voor zover die maatregelen beperkt zijn tot Nederland: onjuist is evenwel dat de door Audi verzochte voorzieningen wegens onbevoegdheid van de ex parte-rechter volledig afgewezen hadden moeten worden, zoals door [de vof] is betoogd. Naar Audi terecht heeft opgemerkt was de ex parte-rechter bevoegd de verzochte voorziening gedeeltelijk – namelijk beperkt tot Nederland – te verlenen en zich voor het overige onbevoegd te verklaren. Niet voldaan aan de strenge vereisten voor toewijzing van een ex parte bevel: Audi heeft zonder kenbare reden de door haar als ernstig en schadelijk aangemerkte gestelde inbreuken zes weken laten voortduren alvorens het verzoekschrift in te dienen en onduidelijk waarom niet eerst gesommeerd had kunnen worden of een of een kort geding aanhangig kon worden gemaakt. Herziening van een op de voet van 1019e Rv gegeven beschikking heeft terugwerkende kracht: conform heersende leer in de rechtspraak sinds medio 2011.

 

 

PROCESRECHT

 

Audi komt in hoger beroep op tegen het in het vonnis van 20 februari 2020 (IEPT20200220) gegeven oordeel dat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 1019e Rv, de vernietiging van de in de Beschikking gegeven bevelen en de daaraan toegekende terugwerkende kracht.

 

De vof heeft het preliminaire verweer opgeworpen dat Audi niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep, omdat zij daarbij geen belang meer heeft. Dit verweer slaagt niet. Reeds voor afloop van de 1019i Rv-termijn verbeurde dwangsommen vervallen niet waardoor Audi belang houdt bij haar vorderingen en ontvankelijk is in het door haar ingestelde beroep. Daarnaast heeft de vof geen belang bij haar voorwaardelijke incidentele grief.

 

Het hof is van oordeel dat aan de strenge vereisten voor toewijzing van een bevel op de voet van artikel 1019e niet was voldaan. Audi heeft nagelaten voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift een sommatie te sturen. Onder omstandigheden kan het versturen van een voorafgaande sommatie juist wel aangewezen zijn en zal bij gebreke daarvan moeten worden geoordeeld dat niet is voldaan aan het vereiste dat elk uitstel onherstelbare schade zal veroorzaken die zo ernstig is dat een kort geding op tegenspraak niet kan worden afgewacht. Daarnaast heeft Audi zonder kenbare reden de door haar als ernstig en schadelijk aangemerkte gestelde inbreuken zes weken laten voortduren alvorens het verzoekschrift in te dienen. Derhalve heeft de voorzieningenrechter de Beschikking terecht herzien in die zin dat de daarin neergelegde bevelen zijn vernietigd.

 

Audi heeft bestreden dat de herziening van een ex parte bevel terugwerkende kracht heeft. Inmiddels is echter de heersende leer in de rechtspraak dat een herziening terugwerkende kracht heeft. Het hof ziet geen aanleiding daarvan af te wijken.

 

Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis.

 

 

ECLI:NL:GHDHA:2020:2543

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende PO-webinar:
PO-webinar Handhaving - Procesrecht 2020-2021

 

Nelisa de Bruin