[Gedaagden] moet in VSO genoemde rechten overdragen en het gebruik van o.a. Dash Berlin-merken staken

09-04-2021 Print this page
Auteur:
Nelisa de Bruin
IEPT20210317, Rb Den Haag, Dash Berlin

Overdracht van de in de tweede alinea van artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst genoemde rechten, is (in beginsel) toewijsbaar: niet voldaan aan betalingsverplichtingen en beroep op verrekening van factuur van 12 mei 2020 faalt. [Gedaagden] moet ieder afzonderlijk het gebruik van Dash Berlin-merken, handelsnamen ‘Dash Berlin’ en ‘Dash’ en tekens ‘dash berlin’, ‘dashers’, ‘jeffdash’, ‘formerlyknownasdashberlin’, ‘also known as dash berlin’ staken en gestaakt houden: factuur van 12 mei 2020 (de ‘vergoeding’ als bedoeld in artikel 6 van de vaststellingsovereenkomst) niet voldaan. Geen belang bij toewijzing verbod om inbreuk te maken en een verbod om op te treden onder de naam Dash Berlin: gelet op toewijzing van onderdeel 2 van de vordering. Verbod op gebruik van de handelsnaam ‘Aropa’ en de huisstijl ‘Aropa’ toegewezen: niets tegenin gebracht door [gedaagden]. Betaling van een bedrag van € 81.380,66 toegewezen: voldoende aannemelijke vordering en verder geen verweer gevoerd.

 

IE-VERBINTENISSENRECHT

 

Kort geding. In 2006 is de DJ act ‘Dash Berlin’ gestart. Vanaf 2008 was [gedaagde 1] DJ van Dash Berlin. Dash Berlin is uitgegroeid tot een internationaal succesvolle act. In het voorjaar van 2018 is de samenwerking tussen eisers, de tourmanager van Dash Berlin en [gedaagde 1] verbroken. [Gedaagde 1] heeft tussen 11 april 2018 en 10 mei 2019 wereldwijd, buiten medeweten van [eisers 1 t/m 4], merkdepots verricht (de ‘Dash Berlin-merken’). Eind mei 2019 hebben [eisers] en [gedaagden], World Traveller Media B.V. en World Traveller Vinyl B.V. een vaststellingsovereenkomst (VSO) gesloten. 


[Eisers 1 t/m 4] stellen dat [gedaagden] niet heeft voldaan aan de betalingsverplichtingen voor het gebruik van de naam Dash Berlin zoals verwoord in de artikelen 3 en 4 van de VSO door de factuur van 12 mei 2020 niet tijdig te voldoen, dat [gedaagden] hierover in gebreke zijn gesteld en dat [gedaagden] daardoor conform artikel 7 van de VSO verplicht is de genoemde rechten over te dragen, hetgeen [gedaagden] niet heeft gedaan.


De voorzieningenrechter is van oordeel dat het bestaan van een vordering waarvan gedaagden verrekening wenst met de factuur van 12 mei 2020 onvoldoende aannemelijk is en het beroep op verrekening dus faalt. Wat betreft de over te dragen rechten, veroordeelt de voorzieningenrechter [gedaagden] om mee te werken aan de overdracht van de merkaanvragen en –registraties en de handelsnamen ‘Dash Berlin’, ‘Dash’ en ‘Aropa’, om mee te werken aan de wijziging van de tenaamstleling van de domeinnaam www.dashberlin.com en om de inloggegevens van de social media-accounts te verstrekken. 


Daarnaast veroordeelt de voorzieningenrechter [gedaagden] tot het staken en gestaakt houden van het gebruik van de Dash Berlin-merken, het gebruik van de handelsnamen ‘Dash Berlin’ en ‘Dash’ en het gebruik van de tekens ‘dash berlin’, ‘dashers’, ‘jeffdash’, ‘formerlyknownasdashberlin’, ‘also known as dash berlin’ en daarmee overeenstemmende tekens. [Gedaagden] hebben immers de vergoeding als bedoeld in artikel 6 van de VSO niet voldaan. 


De voorzieningenrechter verbiedt [gedaagde 1] en de vennootschappen ieder afzonderlijk om na de overdracht in Nederland inbreuk te maken te maken op de handelsnaam ‘Aropa’ en gebruik te maken van de huisstijl ‘Aropa’ en zich voor te doen als deelnemer in het collectief Dash Berlin en als producer van Dash Berlin, op welke wijze dan ook.


[Gedaagden] worden hoofdelijk veroordeelt tot nakoming van de betaalverplichting van artikelen 3 en 4 van de VSO, dat wil zeggen tot betaling van € 81.380,66. 

 

IEPT20210317, Rb Den Haag, Dash Berlin


ECLI:NL:RBDHA:2021:2527