Zaaddonor [T] niet ontvankelijk in hoger beroep over afwijzing vordering tot herroeping

22-06-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
IEPT20210413, Hof Amsterdam, Undercover in Nederland
(Met dank aan Josine van den Berg, Mount Law)

[T] niet ontvankelijk in hoger beroep van vonnis van de rechtbank waarin vordering tot herroeping is afgewezen: artikel 388 lid 2 Rv sluit hoger beroep van beslissing inzake de heropening van het geding uit, maar cassatieberoep niet uitgesloten zodat [T] daar gebruik van kan maken. Onvoldoende komen vast te staan dat zijdens [T] sprake is van misbruik van recht ex artikel 3:13 BW op grond waarvan [T] in de werkelijke proceskosten zou moeten worden veroordeeld: Talpa c.s. heeft daartoe onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld.

 

PROCESRECHT

 

Hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 mei 2019 (IEPT20190522). Zaaddonor [T] heeft verschillende procedures aanhangig gemaakt tegen SBS c.s. vanwege een uitzending in 2011 van het programma 'Undercover in Nederland'. In deze uitzending werd uiteengezet dat [T] wensmoeders, tijdens contact met hen over een mogelijke zaaddonatie, niet informeerde dat bij hem 'syndroom van Asperger' was gediagnosticeerd. [T] heeft in deze procedures gesteld dat SBS c.s. onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Bij vonnis van 4 december 2013 (IEPT20131204) heeft de rechtbank Amsterdam de vorderingen van [T] afgewezen. In de procedure voor de rechtbank Amsterdam in 2019 heeft [T] met een beroep op artikel 382 sub a Rv herroeping van het vonnis uit 2013 gevorderd. Die vordering is afgewezen, waarvan [T] nu in hoger beroep komt.

 

Het hof verklaart [T] niet ontvankelijk in hoger beroep. Op grond van artikel 388 lid 2 Rv is hoger beroep van beslissingen inzake de heropening van een geding uitgesloten. [T] beroept zich op doorbrekingsjurisprudentie, maar het Hof oordeelt dat deze niet van toepassing is op het enkel uitsluiten van hoger beroep zoals geregeld in artikel 388 lid 2 Rv. Voor [T] staat immers nog wel cassatieberoep open, waar hij dan ook gebruik van kan maken. 

 

Talpa c.s. vordert op grond van vermeend misbruik van recht dat [T] wordt veroordeeld tot betaling van de werkelijke proceskosten. Deze vordering wordt afgewezen. Onvoldoende is vast komen te staan dat sprake is van misbruik van recht, Talpa c.s. heeft daartoe onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld. 

 

IEPT20210413, Hof Amsterdam, Undercover in Nederland

 

(kopie origineel vonnis volgt)