Beheerder Wish.com handelt als tussenpersoon onrechtmatig door geen nadere gegevens van handelaren te verstrekken aan React

30-04-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
IEPT20210426, Rb Amsterdam, React v ContextLogic
(Met dank aan Tom Brohm, Dentons)

Nederlandse rechter is bevoegd ten aanzien van Amerikaanse ContextLogic Inc. op grond van artikel 6 Rv: schadetoebrengende feit doet zich in Nederland voor nu Nederlandse comsumenten via het Wish-platform artikelen kunnen bestellen en geleverd krijgen. Dat de inbreukmakende aanbiedingen niet meer online staan en React bewust geen gebruik heeft gemaakt van de notice and takedown optie doet geen afbreuk aan het (spoedeisend) belang van React en vordering geschikt voor collectieve actie: risico reëel dat aanprijzingen van namaakproducten in de nabije toekomst opnieuw opduiken, vordering geschikt voor collectieve actie ten behoeve van de leden van de Coöperatie nu zij te maken hebben met hetzelfde, vergelijkbare probleem dat op het Wish-platform inbreuk wordt gemaakt op hun merkrechten, door React wordt voldaan aan de vereisten van artikel 3:305a lid 2 en 3. ContextLogic handelt als tussenpersoon onrechtmatig door geen nadere gegevens van handelaren te verstrekken aan React uit hoofde van artikel 843a Rv: voldaan aan vereisten uit het arrest Lycos en belang React dient te prevaleren, de informatie waarvan Stichting React afschriften wenst kan worden aangemerkt als 'bepaalde bescheiden’ in de zin van artikel 843a Rv. 

 

HANDHAVING - PROCESRECHT

 

Kort geding. De Stichting React is gelieerd aan de Coöperatie SNB-React u.a. die de belangen van haar leden behartigt bij het handhaven van IE (merk)rechten, waaronder valt het bestrijden van de verhandeling van namaakproducten. ContextLogic B.V. is een dochteronderneming van ContextLogic Inc.. ContextLogic beheert het e-commerceplatform Wish.com. Op dit platform kunnen consumenten een scala aan producten kopen van onafhankelijke verkopers. Stichting React heeft schermafdrukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat producten worden aangeboden op het Wish-platform die inbreuk maken op verschillende bekende merknamen. Stichting React vordert dat ContextLogic identificerende gegevens verschaft van de inbreukmakers. ContextLogic voert verweer en stelt dat React niet-ontvankelijk is omdat zij niet voldoet aan de vereisten ex artikel 3:303 en 3:305a Bw en dat daarbij niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 843a Rv. 

 

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De Nederlandse rechter is bevoegd ten aanzien van Amerikaanse ContextLogic Inc. op grond van artikel 6 Rv nu het schadetoebrengende feit zich voordoet in Nederland. Dat de inbreukmakende aanbiedingen niet meer online staan en dat React bewust geen gebruik heeft gemaakt van de notice and takedown optie doet geen afbreuk aan het (spoedeisend) belang van React. Er is een reëel risico dat aanprijzingen van namaakproducten in de nabije toekomst opnieuw opduiken nu het gaat om een substantieel aantal handelaren en advertenties. De voorzieningenrechter oordeelt daarbij dat de vordering geschikt is voor een collectieve actie. De leden van de Coöperatie hebben eenzelfde probleem, namelijk dat op het Wish-platform inbreuk wordt gemaakt op hun merkrechten door buiten Europa gevestigde handelaren wier identiteit moeilijk te achterhalen valt. Daarbij heeft React voldaan aan de voowaarden van artikel 3:303 en 3:305a Bw en is React aldus ontvankelijk. 

 

Ook aan de voorwaarden ex artikel 843a Rv wordt voldaan. Het is voldoende aannemelijk dat er daadwerkelijk inbreuk is gemaakt op de merkrechten van leden van de Coöperatie. Aannemelijk is dan ook dat deze specifieke handelaren onrechtmatig handelen jegens de leden en in het verlengde daarvan jegens React. React heeft dan ook een rechtmatig belang bij het kunnen beschikken over nadere gegevens van deze handelaren. Op basis van het Lycos arrest (IEPT20051125) kan worden aangenomen dat ContextLogic als tussenpersoon onrechtmatig handelt jegens React door deze gegevens niet te verstrekken. De vorderingen van React komen voor toewijzing in aanmerking. 

 

IEPT20210426, Rb Amsterdam, React v ContextLogic

 

(kopie origineel vonnis)