Artikel 25d Aw alleen van toepassing op overeenkomsten gesloten na 1 juli 2015

21-05-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
IEPT20210519, Rb Midden-Nederland, Unieboek
(Met dank aan Corstiaan Kan, Bremer & De Zwaan)

[W] heeft geen recht op royaltyvergoeding naast overeengekomen eenmalige vergoeding op grond van verkoopsucces van door haar vertaalde boeken: artikel 25d Aw is niet van toepassing nu overeenkomst tussen partijen uit 2003 stamt, auteurscontractenrecht is per 1 juli 2015 in werking getreden en slechts van toepassing op overeenkomsten na die datum, beroep op artikel 6:258 lid 1 BW slaagt niet nu geen sprake is van onvoorziene omstandigheden omdat verkoopsucces in overeenkomst tussen partijen is verdisconteerd en Unieboek aannemelijk heeft gemaakt dat zij noot royaltybepalingen met vertalers overeenkomt, beroep op artikel 6:248 lid 1 BW slaagt evenmin omdat er geen sprake is van een leemte in de overeenkomst die moet worden aangevuld nu kan worden aangenomen dat er tussen partijen sprake was van wilsovereenstemming ten aanzien van te betalen vergoeding. Opzegging uitgeeflicentie door [W] niet rechtsgeldig: gebruikelijk dat door vertalers aan uitgeverijen verstrekte licenties onbepaald in tijd en niet opzegbaar zijn en geen sprake van onvoorziene omstandigheden die dat oordeel anders maken.

 

IE-VERBINTENISSENRECHT

 

[W] is (tekst)schrijver, vertaler en redacteur. In 2003/2004 heeft zij in opdracht van Uitgeverij Unieboek het Amerikaanse boek "The South Beach Diet'' van dr. A. Agatston vertaald en bewerkt tot het Nederlandse boek "Het South Beach Dieet". Ook heeft zij het bijbehorende boek "The South Beach Diet- Good Fats Good Carbs Guide" vertaald en bewerkt tot "Het South Beach Dieet- Goede vetten, Goede Koolhydraten", Voor deze werkzaamheden heeft zij een eenmalige vergoeding ontvangen. [W] vindt dat er sprake is van een ernstige wanverhouding tussen de vergoeding die zij heeft ontvangen en de hoge opbrengsten die Uitgeverij Unieboek heeft behaald. Zij is van mening dat zij recht heeft op een aanvullende vergoeding gebaseerd op de verkoopcijfers van beide titels (royalty's).  [W] heeft in een brief van 3 april 2020 de uitgeeflicentie voor beide titels opgezegd per 1 januari 2021. Unieboek stelt dat deze opzegging niet rechtsgeldig is. In onderhavige zaak vordert [W] dat de rechtbank de overeenkomst aanvult in die zin dat aan [W] het recht op een royaltyvergoeding toekomt. Ook vordert zij, indien de primaire vordering wordt afgewezen, een verklaring voor recht dat de opzegging rechtsgeldig is. 

 

De rechtbank oordeelt dat aan [W] geen aanvullende vergoeding toekomt. Daartoe wordt als volgt overwogen. De overeenkomst tussen partijen is gesloten in 2003. Het auteurscontractenrecht is in werking getreden per 1 juli 2015 en is alleen van toepassing op overeenkomsten gesloten na die datum. Artikel 25d Aw is dan ook niet van toepassing op de overeenkomst tussen [W] en Unieboek. Het beroep van [W] op artikel 6:258 lid 1 slaagt ook niet. Voor dat artikel is vereist dat sprake is van onvoorziene omstandigheden die een wijziging van de overeenkomst rechtvaardigen. Van dergelijke omstandigheden is geen sprake in dit geval. Het mogelijke verkoopsucces is verdisconteerd in de overeenkomst tussen partijen. Ook het beroep op artikel 6:248 lid 1 BW kan [W] niet baten. Er is geen sprake van een leemte in de overeenkomst die aanvulling behoeft. De opzegging van de uitgeeflicentie is niet rechtsgeldig. Het is gebruikelijk dat door vertalers aan uitgeverijen verstrekte licenties onbepaald in tijd en niet opzegbaar zijn. Er zijn geen  onvoorziene omstandigheden die een ander oordeel rechtvaardigen. De vorderingen worden afgewezen.

 

IEPT20210519, Rb Midden-Nederland, Unieboek

 

Kopie origineel vonnis volgt.