Ook in hoger beroep vordering oudcrewlid band tot rectificatie publicaties afgewezen

16-06-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
IEPT20210601, Hof Arnhem-Leeuwarden, Uitlatingen Facebook oudcrewlid band

Vordering tot rectificatie ook in hoger beroep afgewezen nu geen sprake is van onjuiste of onvolledige misleidende publicaties over oudcrewlid band: publicatie van [geïntimeerde3] en het AD is overname van informatie over rechtszaak tegen [geïntimeerde4] uit de openbare agenda van de rechtbank en bevat citaten van [manager], artikel is niet misleidend en wijze van verslaglegging valt onder journalistieke vrijheid, [appellant] heeft geen belang bij vordering jegens [geïntimeerde4] en [geïntimeerde1] nu uitingen van Facebook zijn verwijderd, vorderingen niet toegespitst op filmpje uit 2018 maar uitingen in filmpje zijn niet zodanig dat rectificatie aangewezen is, onvoldoende aannemelijk dat [geïntimeerde4] en [geïntimeerde1] zich opnieuw in soortgelijke zin hebben uitgelaten of zullen uitlaten over [appellant].

 

PUBLICATIE-PRIVACY

 

Hoger beroep. Kort geding. Onderhavige zaak gaat over uitlatingen op het Facebookaccount van van [geïntimeerde4] en [geïntimeerden] en over een publicatie van journalist [geïntimeerde3] op de website van het AD. Daarin komt de diefstal van een drumstel van [de band] aan de orde en de rol die [appellant] bij die diefstal zou hebben gespeeld. Centraal staat de vraag of [geïntimeerden] c.s. gehouden zijn tot rectificatie. In het vonnis van de voorzieningenrechter van 30 juli 2020 (IEPT20200730) zijn de vorderingen van [appellant] afgewezen. Daartegen is [appellant] in hoger beroep gekomen.

 

Ook in hoger beroep worden de vorderingen afgewezen. Daartoe wordt als volgt overwogen. Ten aanzien van [geïntimeerde3] en het AD geldt dat in de publicaties verslag is gedaan van de rechtszaak tegen [geïntimeerde4] naar aanleiding van de aangifte van smaad door [appellant]. [geïntimeerde3] heeft niet meer gedaan dan het overnemen van informatie uit de openbare agenda van de rechtbank en het citeren van uitlatingen gedaan door [manager]. Er is dan ook geen sprake van een onjuiste of onvolledige misleidende publicatie. De manier van verslaglegging valt onder de journalistieke vrijheid en maakt niet dat het privacybelang van [appellant] voorgaat. Ten aanzien van [geïntimeerde4] en [geïntimeerde1] geldt dat [appellant] geen belang heeft bij de vorderingen. De utingen op Facebook zijn inmiddels verwijderd. De vorderingen van [appellant] zien ook niet op het filmpje uit 2018 dat op het Facebookaccount van [geïntimeerde4] is geplaatst. De uitingen in dat filmpje zijn ook niet zodanig dat rectifictie aangewezen is. 

 

IEPT20210601, Hof Arnhem-Leeuwarden, Uitlatingen Facebook oudcrewlid band

 

ECLI:NL:GHARL:2021:5661