Kort geding over rectificatie ten aanzien van een Facebookbericht en reacties daaronder. Geen aanleiding veroordeling [geïntimeerden 2] tot rectificatie, Hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. Vast staat dat [moeder van geïntimeerde 2] het Facebookbericht reeds in de eerste week van juli 2020 heeft verwijderd. De kwestie speelt eind juni/begin juli 2020, terwijl het inmiddels september 2021 is. Het te verwachten effect van openbaarmaking van een rectificatie is in dit geval gering.
Geïntimeerden hebben een pup Dex gekocht van het ras Australian Shepherd van appellanten. Kort na aflevering is de pup ziek geworden en is deze geëuthanaseerd. Moeder van geïntimeerde heeft bericht geschreven; dit is door vriendin in een Facebook-groep geplaatst; daaronder zijn reacties geplaatst. De vorderingen van de fokkers worden afgewezen. In dit hoger beroep vorderen ze slechts rectificatie en kostenveroordeling.
Wanneer iemand krachtens onrechtmatige daad jegens een ander aansprakelijk is ter zake van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard, kan de rechter op grond van artikel 6:167 BW veroordelen tot openbaarmaking van een rectificatie. Het gaat om een discretionaire bevoegdheid. Het bericht is in de eerste week van juli 2020 verwijderd, en ook de reacties, deze zijn niet meer te vinden. De kwestie speelt eind juni/begin juli 2020, terwijl het inmiddels september 2021 is. Dat het bericht in de tijd dat het op Facebook stond vele malen is gedeeld, legt onvoldoende gewicht in de schaal.
Het te verwachten effect van openbaarmaking van een rectificatie is in dit geval gering. Hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.
IEPT20210928, Hof Den Bosch, Reacties onder Facebookbericht
