Auteursrechtinbreuk op straatmeubilair

18-11-2021 Print this page
Auteur:
Birgit Kunst-Verboon
IEPT20211117, Rb Den Haag, IPV Delft
(Met dank aan Jaap Bremer en Allard van Duijn, BarentsKrans)

Mede-eiser Falco B.V. niet ontvankelijk voor zover het de auteursrechtelijke vorderingen betreft, maar wel ontvankelijk voor de vorderingen op grond van de onrechtmatige daad: eiser IPV Delft heeft geen licentieovereenkomst met Falco overgelegd waaruit overdracht bevoegdheden blijkt. Objecten van IPV Delft genieten auteursrechtelijke bescherming: kenmerkende details van de objecten van IPV Delft kwamen afzonderlijk reeds voor in het vormgevingserfgoed, maar zoals IPV Delft deze heeft gecombineerd, niet. De beschermingsomvang van de IPV Delft objecten is niet heel groot. Gedaagde maakt inbreuk op auteursrechten IPV Delft: de overeenstemmende kenmerkende vorm van de objecten van eiser en gedaagde komen in het voorgevingserfgoed verder niet voor. Slaafse Nabootsing door gedaagde: Er is sprake van nabootsing, geen sprake van verwateren eigen gezicht en er is sprake van verwarring. Geen reden voor toekennen vordering rectificatie: IPV Delft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er in de markt verwarring is ontstaan die hersteld moet worden door een rectificatie.

 

AUTEURSRECHTSLAAFSE NABOOTSING

 

IPV Delft is is een ingenieurs- en ontwerpbureau dat onder meer meubels ontwerpt

voor de openbare ruimte. De voor IPV Delft ontworpen bank, stoel en bank zonder rugleuning worden deze aangeduid met de 1F V Delft Objecten.

 

Gedaagde is een eenmanszaak die zich tevens bezighoudt met het vervaardigen c.q. verhandelen van meubilair voor de openbare ruimte. Hij heeft onder meer de volgende meubels ontworpen.

 

Volgens IPV Delft is er sprake van inbreuk op haar auteursrechten op de objecten en vordert bij de rechtbank onder meer dat gedaagde deze inbreuk staakt. Volgens gedaagde komt IPV Delft geen auteursrecht op de litigieuze ontwerpen toe. De objecten missen een eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de maker. De verschillende kenmerken varen reeds voor 2005 gebruikelijk. IPV Delft heeft haar ontwerp ontleend aan objecten van derden.

De rechtbank oordeelt dat de IPV Delft Objecten auteursrechtelijke bescherming toekomen, zij het dat deze bescherming niet heel groot is. De kenmerkende elementen van de Objecten -zoals dat de zitting, rugleuning en voetenruimte bestaan uit horizontale houten delen, die doorlopen tot aan het maaiveld en waarbij de onderzijde schuin naar onder wegloopt en dat de producten enkel contact maken met het grondoppervlak aan beide zijkanten, doch over de gehele breedte van die zijkanten- komen afzonderlijk al voor in het vormgevingserfgoed, maar gecombineerd niet. De verschillen tussen de reeds in 2005 bestaande banken en stoelen, van een dusdanige omvang zijn dat met betrekking tot de IPV Delft Objecten sprake is van een intellectuele schepping van de maker. De beschermingsomvang is mager. IPV Delft heeft de al in het vormgevingserfgoed bestaande kenmerkende elementen dan wel op eigen wijze gecombineerd maar dit samen met de functionaliteit van meubilair dat bestemd is voor de openbare ruimte brengt mee dat de mate van eigen karakter van de IPV Delft Objecten niet groot is.

De rechtbank oordeelt dat gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van IPV Delft. Gedaagde heeft in zijn ontwerpen weliswaar op detailniveau andere keuzes gemaakt dan IPV Delft, de totaalindruk van de Objecten van gedaagde komt overeen met die van de IPV Delft Objecten. De overeenstemming is het gevolg van de overname van de specifieke combinatie van de kenmerkende, auteursrechtelijk beschermde trekken. De ranke, strakke uit de grond opkomende vorm van de stoel en de bank met rugleuning en de omsluiting van het hout met metaal zien we zowel bij de IPV Delft Objecten als bij gedaagde. In het vormgevingserfgoed komt deze specifieke vorm niet voor.

 

Gedaagde moet onder andere binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de inbreuk op de auteursrechten staken waaronder het aanbieden en promoten van de objecten, alles eraan doen om de reeds geplaatste inbreukmakende objecten uit de openbare ruimte te (doen) verwijderen, de voorraad vernietigen, opgave doen van de ordes en van alle partijen aan wie de inbreukmakende objecten zijn verkocht.

 

IEPT20211117, Rb Den Haag, IPV Delft

ECLI:NL:RBAMS:2021:6610

Kopie originele vonnis