Kebapci in Benelux niet beschrijvend voor Turks restaurant

30-11-2021 Print this page
IEPT20211125, Rb Den Haag, Kebapci
(Met dank aan Mathijs Peijnenburg en Maarten Haak, Hoogenraad & Haak)

Merk Kebapci niet beschrijvend voor de waren en diensten in de klassen 29, 30 en 43: Turks geen officiële taal in de Benelux en het in aanmerking nemende publiek de Turkse taal niet machtig zal zijn.  Gedaagden maken inbreuk op woordmerk, sub a: teken Kebapci is gelijk aan het woordmerk van eiser en wordt gebruikt voor dezelfde waren en diensten. Gedaagden maken inbreuk op woord-en beeldmerk, sub: voldoende mate van overeenstemming waardoor verwarringsgevaar dreigt.

MERKENRECHT

Eiser heeft in 2017 een Turks restaurant in Amsterdam opgericht met de naam Kebapci. Eiser is houder van een BNL woord- en een BNL beeldmerk KEBAPCI, ingeschreven voor de waren en diensten in de klassen 29 (vlees, vis, gevogelte), 30 (koffie, thee) en 43 (restauratie, catering). Beeldmerk eiser:

 

 

 

 

 

 

 

De VOF Kebapci Den Haag is onlangs in 2021 opgericht en onder de naam Kebapci Den Haag wordt in Den Haag wordt sinds 9 juni 2021 een Turks restaurant geëxploiteerd. Kebapci Den Haag gebruikt dit logo:

 

Eiser vordert dat de voorzieningenrechter de inbreuk op de merk –en handelsnaamrechten een halt toe roept.

Volgens gedaagden heeft het woordelement Kebapci al dan niet in combinatie met de stierenkop onvoldoende onderscheidend vermogen voor de waren en diensten die onder de merken worden aangeboden. Het woord Kebapci betekent volgens gedaagden ‘Kebabhuis’ of ‘restaurant waar men kebap kan eten’.  Volgens eisers betekent Kebapci iets als ‘kebabmaker’, maar de voorzieningenrechter negeert deze semantische discussie omdat Turks in de Benelux geen officiële taal is en het in aanmerking nemende publiek, te weten de gemiddelde consument op het grondgebied van de Benelux, de Turkse taal niet machtig zal zijn.  De kop van een stier is al helemaal niet beschrijvend.  Aangezien het teken Kebapci van gedaagden gelijk is aan het woordmerk Kebapci van eiser en voor de dezelfde waren en diensten gebruikt wordt, is het volgens de voorzieningenrechter aannemelijk dat gedaagden inbreuk maken op het merk van eiser, artikel 2.20 lid 2 sub a. En ook op grond van sub b van dit artikel kan eiser zich verzetten tegen inbreuk op zijn woordmerk én tegen inbreuk op zijn beeldmerk. Het beeldmerk en logo bevatten naast het woordelement Kebapci, ook een gestileerde stierenkop in een gelijke kleurstelling. Auditief is er een hoge mate van overeenstemming. Voor de voorzieningenrechter is het voldoende aannemelijk dat het verschil in uitspraak voor wat betreft het dominerende woordelement enkel in de laatste lettergreep van het woord zit, vanwege de cedille in het beeldmerk.

 

Voor de voorzieningenrechter is het voldoende aannemelijk dat er gevaar voor verwarring bestaat. De verwarring heeft overigens ook daadwerkelijk al plaatsgevonden.

 

IEPT20211125, Rb Den Haag, Kebapci

ECLI:NL:RBDHA:2021:13154

(Kopie originele vonnis)