Intrekken vorderingen door eiser gelijkgesteld met als in ongelijk gestelde partij voor de proceskosten

03-02-2022 Print this page
IEPT20220131, Rb Den Haag, Keune v WCHS

Procesrecht. Keune dient de kosten voor de procedure te dragen: Keune c.s. heeft het verweer van WCHS geaccepteerd en de inbreuk- en nevenvorderingen ingetrokken.


PROCESKOSTEN - IN HET ONGELIJKE GESTELDE PARTIJ

Keune vordert staking van iedere inbreuk op haar Unie- en Beneluxmerken door WCHS. Na verweer heeft Keune de inbreuk- en nevenvorderingen ingetrokken.  De situatie is te vergelijken met het geval dat het verweer van een gedaagde in een procedure slaagt en de eisende partij in het ongelijk wordt gesteld. Eisende partij dient de proceskosten te dragen. 

Dat WCHS pas in de loop van deze procedure – twee weken vóór de mondelinge behandeling – met het accountantsrapport is gekomen kan haar niet worden verweten. Zij heeft als parallelimporteur een belang bij het zo lang mogelijk geheim houden van haar voormannen. Keune wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van WCHS: €16.146,25 ex 1019h Rv.  

 

IEPT20220131, Rb Den Haag, Keune v WCH

ECLI:NL:RBDHA:2022:584