Verwijzing vanwege verknochtheid met gestelde octrooi-inbreuk

16-06-2022 Print this page
IEPT20220509, Rb Noord-Holland, Novartis v Teva

Verwijzing in kort geding naar rechtbank Den Haag vanwege verknochtheid met gestelde octrooi-inbreuk: feitelijke en juridische geschilpunten zijn (nagenoeg) identiek.

 

PROCESRECHT VOEGING-TUSSENKOMST

Volgens Teva spelen in deze zaak en de zaak bij de rechtbank Den Haag feitelijke en juridische geschilpunten die (nagenoeg) identiek zijn: dezelfde octrooiaanvraag EP 894, geldigheidsvraag, op gelijkluidende gronden en hetzelfde geneesmiddel (fingolimod 0,5 mg). Verder niet alleen feitelijk en juridisch sterk verweven zijn, maar ook onderlinge afhankelijkheid in de beoordeling, zodat verwijzing in het kader van de goede proceseconomie wenselijk en doelmatig is.

Van verknochtheid is sprake, wanneer de feitelijke of juridische geschilpunten in de beide zaken identiek zijn, dan wel een zodanige samenhang vertonen dat consistentie van de uitspraken wenselijk is.

 

De voorzieningenrechter kent meer gewicht toe aan de uiteenzetting van de feitelijke samenhang van de onderhavige zaak en de mogelijke gevolgen van inconsistentie in de beslissingen die in de betrokken zaken worden genomen, dan aan de door Novartis gegeven uiteenzetting van de verschillen in grondslag en vorderingen.


De verwijzing is zinvol wanneer daardoor in zaken waarin sprake is van verknochtheid een institutionele setting wordt gecreëerd die het eenvoudiger maakt om in de betrokken zaken consistent te beslissen. De zaak gaat naar de rechtbank Den Haag.

 

IEPT20220509, Rb Noord-Holland, Novartis v Teva


ECLI:NL:RBNHO:2022:3956