Niet met voorwaarden van exclusieve distributieovereenkomst voor mortel ingestemd

05-08-2022 Print this page
IEPT20220720, Rb Overijssel, Velosit B.V. v Velosit GmbH

Tussen Velosti B.V. en GmbH is een overeenkomst gesloten voor verkoop van de GmbH producten in Nederland. Dit is echter geen exclusieve distributieovereenkomst, omdat met de in de conceptovereenkomst gestelde voorwaarden voor exclusiviteit niet is ingestemd. 


DISTRIBUTIEOVEREENKOMST

Velosit B.V. verkoop vloeitstofdichte materialen voor vloeren. Velosit GmbH producteert en verkoopt mortel. De B.V. zou de producten van GmbH in Nederland verkopen, er is sprake van een gentlemen's agreement. De B.V. meent dat er een exclusieve distributieovereenkomst is gesloten.


De vorderingen van eiseres zijn in de kern gebaseerd op die stelling, dan wel dat er sprake is van onrechtmatig afgebroken onderhandelingen en dat gedaagde gebrekkige producten heeft geleverd, althans dat de producten van gedaagde niet geschikt waren voor de door eiseres beoogde toepassing(en), terwijl haar dat wel was voorgespiegeld. Daarnaast is er sprake van een vordering in reconventie tot overlegging van jaarstukken. Daarnaast speelt het bevoegdheidsvraagstuk en het vraagstuk van het toepasselijk recht, nu gedaagde in Duitsland is gevestigd.

 

De rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van partijen en dat op zowel de vorderingen in conventie als de vordering in reconventie het Nederlands recht van toepassing is.

 

Er is geen exclusieve distributieovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, omdat eiseres niet instemde met de voorwaarden voor exclusiviteit uit de conceptovereenkomt. Gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres. Dat gedaagde op enigerlei wijze wanprestatie heeft gepleegd tegenover eiseres, kan niet worden vastgesteld. Dit betekent dat in de hoofdzaak de vorderingen van eiseres zullen worden afgewezen.

 

De rechtbank betrekt in het oordeel ook dat eiseres haar stellingen deels onvoldoende heeft gesubstantieerd. Als gevolg van de afwijzing heeft eiseres geen belang meer bij toewijzing van haar incidentele vorderingen zodat deze ook zullen worden afgewezen. De (overgebleven) vordering in reconventie in de hoofdzaak wordt gedeeltelijk toegewezen.


ECLI:NL:RBOVE:2022:2271