IEPT20221011, Hof Amsterdam, Surinaamse broodjeszaak
Hof gaat ervan uit dat in 2006 het recht op handelsnaam en het logo niet overgedragen aan geïntimeerde met de handelsactiviteiten, maar dat enkel een gebruiksrecht voor die vestiging is verleend. [appellante] heeft in 2006 haar activiteiten immers op andere locaties, middels onder meer een franchisingformule, voortgezet en is daarbij dezelfde handelsnaam en hetzelfde logo blijven gebruiken als voorheen. Onvoldoende duidelijk, zonder nader feitenonderzoek, dat [appellante] het gebruiksrecht mocht beëindigen.
IEPT20221011, Hof Amsterdam, Surinaamse broodjeszaak
Eerder vonnis van de rechtbank: