Hof: Vorderingen MFR jegens AvroTros zijn verjaard

25-11-2022 Print this page
IEPT20221018, Hof Amsterdam, MFR v AvroTros

De vorderingen tot schadevergoeding vanwege onrechtmatige uitzendingen in 2004, 2010 en 2016 over het product de BioStabil worden afgewezen: er is sprake van een vijfjarige verjaringstermijn (3:310 BW). Er is geen sprake van verkeerde toepassing van verjaring ex artikel 3:310: MFR heeft onvoldoende toegelicht waarom anders zou moeten worden geoordeeld. 
 

 PUBLICATIE - VERJARING
 

De rechtbank [IEPT20210113] heeft de vorderingen tot vergoeding van schade ten aanzien van alle drie de uitzendingen afgewezen. De vorderingen tot vergoeding van schade die MFR stelt te hebben geleden als gevolg van Uitzending 1 (8 maart 2004) en Uitzending 2 (4 januari 2010) zijn afgewezen, aangezien deze op grond van de vijfjarige verjaringstermijn zijn verjaard. Uitzending 3 verwijst voornamelijk naar Uitzending 1 en in Vonnis 1 zijn alle gestelde onrechtmatigheden al aan de orde gekomen en verworpen, terwijl MFR onvoldoende heeft gesteld waarom dit ten opzichte van haar anders zou moeten zijn en welke additionele schade deze uitzending voor haar zou hebben opgeleverd.

 

Dat er door onderzoek nieuwe feiten aan het licht zijn gekomen, waarmee MFR omstreeks juni/juli 2018 bekend is geworden en die nog niet eerder zijn beoordeeld waardoor haar vorderingen niet zijn verjaard, wordt verworpen. Het zijn geen nieuwe feiten; als MFR eerder onderzoek had gedaan was ze hier ook eerder bekend mee geworden.
 

Het hof stelt vast dat, gelet op het bevestigende antwoord van MFR tijdens de mondelinge behandeling bij dit hof, niet (meer) in geschil is dat de kennis van de directeur MFR gelijk te stellen valt aan die van MFR. Het hof komt evenals de rechtbank tot het oordeel dat de vorderingen van MFR tegen Uitzending 1 (d.d. 8 maart 2004) en Uitzending 2 (d.d. 4 januari 2010) op grond van de vijfjarige verjaringstermijn zijn verjaard.

 

Uit rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat onbekendheid met of onzekerheid over de juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon niet aan aanvang van de verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 1 BW in de weg staat. 

 

IEPT20221018, Hof Amsterdam, MFR v. AvroTros

ECLI:NL:GHAMS:2022:2961