Beperking softwaregebruik na overdracht duidt veel meer op een ruime exclusieve licentie

15-11-2022 Print this page
IEPT20221031, Rb Den Haag, De V.O.F. v gedaagde

Partijen komen in intentieverklaring overeen dat Software door gedaagde in licentie is gegeven. De overdracht broncode en mededeling zelf software te kunnen aanpassen, betekent niet dat auteursrecht is overgedragen. 

AUTEURSRECHT - COMPUTERPROGRAMMA'S

 

Gedaagde is een eenmanszaak en ontwikkelt een softwarepakket waarmee VvE's hun administratie kunnen voeren. Eiser de V.O.F. is klant die jaarlijks een licentievergoeding betaalde. 
 

Tussen partijen staat vast dat gedaagde in ieder geval tot 1 maart 2021 (auteurs)rechthebbende was met betrekking tot de Software. In de (door partijen zelf, zonder juridische bijstand opgestelde) Intentieverklaring staat niet dat partijen hebben beoogd de auteursrechten van de Software over te dragen. Dat dit desondanks wel is beoogd en vervolgens is gedaan, volgt niet zonder meer uit de overdracht van de broncode en de mededeling dat de V.O.F. de Software meteen naar eigen wensen kon aanpassen en dat zij kon starten met het werven van klanten. 

 

Het is immers duidelijk dat gedaagde gedurende ten minste drie jaar de zijn eigen klanten wenste te bedienen, logischerwijs met de Software. Nergens staat dat de V.O.F. op enigerlei wijze aan dat gebruik voorwaarden kan stellen. Verder is bedongen dat de V.O.F. de Software niet zonder toestemming van gedaagde aan derden ter hand mag stellen en dat gedaagde gedurende drie jaar niet met anderen in onderhandeling zal treden. 

 

Een en ander past niet bij een overdracht van auteursrecht. Het duidt veel meer op een ruime, exclusieve licentieverlening aan de V.O.F., die vooruitloopt op een mogelijke auteursrechtoverdracht na verloop van een periode van drie jaar, waarbij gedaagde zijn eigen werk gedurende die periode mag blijven gebruiken.

 

De vorderingen worden afgewezen.

 

ECLI:NL:RBDHA:2022:11934