Verkoper restaurant mag aan hetzelfde plein Italiaans restaurant uitbaten

Koper van een restaurant vordert dat verkoper wordt verboden een jaar lang een restaurant uit te baten aan hetzelfde plein als het verkochte restaurant. [persoon01] c.s. in strijd handelt met de tussen partijen gesloten koopovereenkomst, dan wel dat zij onrechtmatig handelt door een Italiaans-Portugees restaurant te openen aan hetzelfde plein als waar Venadoro sinds april 2022 haar restaurant uitbaat. In de considerans staat dat de handelsnaam niet is inbegrepen. Ook dat verkoper voornemens is kleinschalige pizzeria elders p te zetten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [persoon01] niet in strijd met de koopovereenkomst en/of onrechtmatig handelt.
 

HANDELSNAAMRECHT - ONEERLIJKE CONCURRENTIE

Heeft [persoon01] in strijd gehandeld met de koopovereenkomst of onrechtmatig handelt door een Italiaans-Portugees restaurant te openen op hetzelfde plein waar Venadoro sinds april 2022 een restaurant exploiteert? De voorzieningenrechter oordeelt dat hiervan geen sprake is.

De koopovereenkomst bevat geen verbod voor [persoon01] om een nieuw restaurant te starten aan het plein in Barendrecht. Sterker nog, uit de overeenkomst blijkt dat het partijen juist vrijstond een nieuwe horecazaak te beginnen, en er is bewust gekozen om het concurrentiebeding te schrappen. Venadoro heeft nagelaten om duidelijke voorwaarden vast te leggen over locatie, tijdstip of omvang van een eventueel nieuw restaurant. Het enkele gebruik van termen als ‘elders’ of ‘kleinschalige pizzeria’ in de considerans is onvoldoende om beperkingen aan te nemen. Bovendien zijn de vestigingsmogelijkheden in Barendrecht beperkt, wat een rol speelt in de afweging.

Dat [persoon01]  haar naam en reputatie gebruikt bij het nieuwe restaurant maakt het handelen niet onrechtmatig. De handelsnaam was niet onderdeel van de verkoop en mocht dus behouden blijven, zeker gezien de relatief lage vergoeding voor goodwill.

Verder blijkt niet dat de twee restaurants zoveel op elkaar lijken dat sprake zou zijn van onrechtmatige concurrentie. Dat beide Italiaans georiënteerd zijn, is daartoe onvoldoende. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Venadoro dan ook af.

IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:RBROT:2022:9688