Thuistap maakt 'letterlijk' inbreuk

28-12-2022 Print this page
IEPT20221223, Rb Den Haag, PDA v ABI
(Met dank aan Alexander de Leeuw, Eline Hangelbroek, Jan Pot, Maarten Groeneveld en Teun Burgers, Brinkhof)

PDA is octrooihouder: uit de door PDA overgelegde overenkomst (EP18) valt af te leiden dat het octrooi aan PDA is overgedragen. Volgens de gemiddelde vakpersoon zal het vat in kenmerk 1.7 slechts een richting aanduiden: de gemiddelde vakpersoon zal, tegen die achtergrond, conclusie 1 dan ook zo opvatten dat de zinsnede[s] 'when the one end of the cartridge unit (1) is (not) inserted in(to) the container' betrekking hebben op de installatie van de cartridge unit in het beverage dispensing part waarbij deze richting, waar het vat/fust zich bij ingebruikname bevindt, wordt op bewogen. Er is sprake van een letterlijke inbreuk van ABI op conclusie 1 van EP 693: het beverage dispensing part van de PerfectDraft Pro bevat een installation means die voldoet aan deze (letterlijke) uitleg van de conclusie (kenmerk 1.7). Tevens is sprake van equivalentie: PerfectDraft Pro is technisch equivalent aan die van conclusie 1 (kenmerk 1.7). Ook is passend om bij de beschermingsomvang van het octrooi rekening te houden met equivalenten, rechtszekerheid voor derden doet hier onvoldoende aan af. Daarbij is de equivalente variant nieuw en inventief. Er is geen gerede kans dat het octrooi EP 693 in bodemprocedure nietig wordt bevonden: conclusie 1 is nieuw, conclusies 1 en 2 zijn inventief en EP 693 is nawerkbaar. Geen ontlening aan hetgeen in opdracht van rechtsvoorgangers van ABI is ontwikkeld: vermeend uitvinder [H] gaf voorkeur aan andere oplossing dan de in EP 693 geclaimde uitvinding. 

OCTROOIRECHT

 

PDA is een spin-off van de huishoudelijke tak van Philips. AB Inbev is de grootste bierbrouwer ter wereld. Rechtsvoorgangers van partijen werken bijna 20 jaar samen aan de thuisbiertap. Philips heeft EP 1 753 693 B1 verkregen voor een onderdeel van de drankafgifte. 

 

Philips ontdekte dat AB Inbev in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk voor een beta-test van de PerfectDraft Pro adverteerde. Zij meent dat het geen octrooien schendt en heeft het standpunt een royaltyvrije licentie te hebben verkregen uit bedoeld in de 2009-Overeenkomst.

 

De forumkeuze in de overeenkomst blijft in stand voor een geschil of er een licentie is verkregen, in deze procedure gaat het om de vermeende inbreuk op het octrooi. 

 

Traditionele biertapsystemen hebben een aantal beperkingen en nadelen, die maken dat installatie en onderhoud relatief complex en arbeidsintensief zijn. Dat maakt dat thuistapsystemen in de stand van de techniek niet of nauwelijks bekend waren, en in ieder geval niet (commercieel) succesvol waren.

 

Bij de toepassing van artikel 69 EOV en het Protocol zal de voorzieningenrechter in navolging van het gerechtshof inzake Novartis/Pharmathen en Pemetrexed II, de twee-stappen benadering hanteren. Deze wordt uitvoerig besproken middels de 'letterlijke inbreuk' en de equivalantie: Of er sprake is van een gelijkwaardig element, de billijke bescherming van de octrooihouder en de redelijke mate van rechtszekerheid voor derden om daar een beroep op te doen en of de variant nieuw en inventief is ten opzichte van de stand van de techniek.

 

Naar voorlopig oordeel is sprake van ‘letterlijke’ inbreuk. In citaten:

 

4.16.1. Tussen partijen is niet in geschil dat de in het octrooi beschreven en afgebeelde (voorkeurs-)uitvoeringsvormen niet de aanwezigheid van een container (het fust of vat) vereisen. Zulks blijkt uit de tekeningen die in het octrooi zijn opgenomen en waarop nergens een fust is afgebeeld, maar ook uit de beschrijving, bijvoorbeeld paragraaf 37 zoals hiervoor onder 2.23 weergegeven. Daaruit blijkt expliciet dat het gaat om het inbrengen van de cartridge unit in het kanaal (van het beverage dispensing part) richting het vat (zie de zin “The cartridge unit is now moved through the first channel 40 towards the container”). De cartridge wordt dus slechts in de richting van waar de container pleegt te zijn bewogen; de container is op zichzelf geen vereiste voor de werking van de uitvoeringsvormen.

 

4.16.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zal de gemiddelde vakpersoon, tegen die achtergrond, conclusie 1 dan ook zo opvatten dat de zinsnedes “when the one end of the cartridge unit (1) is (not) inserted in(to) the container”, en dan met name de laatste woorden daarvan (“in(to) the container”), betrekking hebben op de installatie (of juist niet) van de cartridge unit in het beverage dispensing part waarbij deze richting waar het vat/fust zich bij ingebruikname bevindt wordt bewogen. Die vakpersoon zal immers, zonder duidelijke aanwijzingen van het tegendeel, niet aannemen dat geen van de in een octrooi beschreven uitvoeringsvormen onder de conclusie zal vallen. De gemiddelde vakpersoon zal de conclusie in het licht van die uitvoeringsvormen uitleggen en aldus begrijpen dat de daadwerkelijke aanwezigheid van een vat of fust op het moment van installatie van de cartridge unit in het beverage dispensing part niet nodig is om de valve means te sluiten. Zelfs als de gemiddelde vakpersoon zou denken dat het vat in kenmerk 1.7 niet slechts een richting aanduidt maar de fysieke aanwezigheid daarvan vereist is, zal die vakpersoon conclusiekenmerk 1.7 opvatten als de beschrijving van de toestand waarbij het vat is aangesloten. Die vakpersoon zal immers onderkennen dat het gevaar van lekkage slechts optreedt als de cartridge unit met het vat wordt verbonden. Die omstandigheid, gezien in samenhang met de uitvoeringsvormen zonder vat, kan de vakpersoon slechts tot de conclusie brengen dat sprake is van de beschrijving van een toestand bij aangesloten vat. In zoverre moet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter conclusie 1 zo worden begrepen dat met het woord container de richting wordt aangegeven waarin de cartridge moet worden bewogen of anders een toestand wordt omschreven en niet zozeer, zoals ABI voorstaat, een gelijktijdige actie (van het installeren/inbrengen van de cartridge unit in het vat en het sluiten van de valve means) wordt voorgeschreven.


Evenmin is in dit kort geding aannemelijk geworden dat AB Inbev een licentie heeft verkregen op grond. AB Inbev ingestemd met de contractsovername door PDA en dat de rechten en verplichtingen op Philips nu aan PDA toekomen.

De voorzieningenrechter wijst de inbreukvordering toe, een recall onder professionele afnemers wordt toegewezen. Een rectificatie wordt afgewezen, vanwege de recall en de (grote) reputatieschade voor AB Inbev, daar heeft PDA onvoldoende belang bij.

 

IEPT20221223, Rb Den Haag, PDA v ABI
ECLI:NL:RBDHA:2022:13930

Kopie oorspronkelijk afschrift