Herroeping octrooi-licentiearresten vanwege o.a. 'vergeten pagina'

06-01-2023 Print this page
IEPT20230103, Hof Arnhem-Leeuwarden, Lisida v Silife

Exclusieve samenwerkingsovereenkomst over sublicentiëring octrooirechten. Herroeping van in kracht van gewijsde gegane uitspraken waarbij Lisida exploitatie van licentierechten werd verboden. Lisidia heeft verzuimd vordering in te stellen binnen drie maanden nadat Lisidia bekend was geworden met het bestaan van een vijfde pagina en de inhoud daarvan (artikel 383 Rv) Silife c.s. heeft gemotiveerd betwist dat zij pagina vijf bewust heeft achtergehouden. Silife c.s. heeft verder aangevoerd dat het voor de beoordeling niet uitmaakt dat pagina vijf niet is overgelegd. Geen sprake van bedrog door de te rooskleurige inschatting van de financiële positie van Silife Ltd. Dat Silife c.s. de potentie van Silife Ltd. en Silife B.V. destijds rooskleurig inschatte en dit (mogelijk te) rooskleurige beeld in de processtukken heeft benoemd, levert, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, geen bedrog op.

LICENTIES - DERDENWERKING - ONTBINDING

Liquistone heeft een deel van de rechten op een octrooi verworven op grond waarvan Liquistone het exclusieve recht had om gestabiliseerd siliciumzuur in vloeibare vorm (merknaam: OSAB3) te produceren en te verkopen. Silife Ltd. heeft een licentieovereenkomst gesloten met Liquistone en had op grond daarvan het exclusieve recht om OSAB3 te produceren en te verkopen en om aan derden sublicenties te verstrekken.

 

Silife heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met AB&P waarin onder andere staat dat Silife Ltd. door ondertekening van die overeenkomst een exclusieve sublicentie verstrekt aan een nog op te richten joint-venturevennootschap. Lisida heeft namens Liquistone de licentieovereenkomst tussen Liquistone en Silife ontbonden en op dezelfde dag heeft Lisida namens Liquistone een licentieovereenkomst gesloten met Roka terzake het octrooi.
 

Tussen partijen hebben verschillende procedures plaatsgevonden over de vraag of Lisida c.s. is tekortgeschoten of onrechtmatig jegens Silife c.s. heeft gehandeld door onder meer de licentieovereenkomst met Silife Ltd. met betrekking tot de door Liquistone gehouden octrooirechten te beëindigen en een nieuwe licentieovereenkomst met Roka aan te gaan.

 

In een arrest in kort geding van 19 april 2016 is het Lisida c.s. verboden is om in het kader van de exploitatie door Roka of anderen van de in de licentieovereenkomst tussen Liquistone en Silife bedoelde octrooien op welke wijze dan ook met hen samen te werken of ondersteuning te verlenen. Lisida dient alle documenten af te geven die Lisida heeft verkregen als bestuurder van Silife. In het arrest van dit hof van 6 oktober 2020 is geoordeeld dat Lisida onzorgvuldig en dus onrechtmatig jegens Silife heeft gehandeld door onterecht opzeggen van de licentieovereenkomst en opzettelijk de exploitatie van het octrooi hebben willen stilleggen.

 

Lisida vordert zonder succes tot herroeping van de twee arresten (in kort geding) en vernietiging van bodemprocedure. 

Op grond van 382 Rv kan een in kracht van gewijsde gegaan arrest worden herroepen wanneer sprake is van bedrog in het geding, valsheid van geschriften of beslissende stukken na het arrest bekend zijn geworden.

 

Lisida voert aan dat slechts de eerste 4 pagina's voor de voorovereenkomst zijn overlegd en dat uit pagina vijf blijkt dat er nog een sublicentieovereenkomst tussen Silife Ltd. en Silife B.V. gesloten moest worden. Silife voert aan dat een vordering tot herroeping moet worden ingesteld binnen drie maanden nadat Lisida bekend is geworden met de grond. Lisida was al veel langer bekend dat er een vijfde pagina was, wat de inhoud daarvan was en dat deze pagina niet in de procedures was overgelegd. Zij kan dus geen herroeping meer vorderen. 

Tijdens de zitting bij het hof heeft [appellant] desgevraagd verklaard dat hij de voorovereenkomst inclusief pagina vijf (‘natuurlijk’) had, hij had deze overeenkomst namelijk ondertekend. Er is geen sprake van bedrog.

 

Dat Silife technisch failliet was, een negatief eigen vermogen had, zoals zoveel start-ups, was al bekend. Het debat hierover is in deze procedures uitvoerig gevoerd en in een aantal vindplaatsen in processtukken in de kortgeding- en bodemprocedure is door Silife uiteengezet dat sprake was van een negatief eigen vermogen, maar dat dit nog niet betekende dat de licentierechten niet konden worden geëxploiteerd. Dat Silife de potentie destijds rooskleurig inschatte en dit (mogelijk te) rooskleurige beeld in de processtukken heeft benoemd, levert geen bedrog op.

 

Het hof wijst de vorderingen af.

 

IEPT20230103, Hof Arnhem-Leeuwarden, Lisida v Silife

ECLI:NL:GHARL:2023:12