Hoogte zekerheidsstelling in IE-zaak en koppeling aan doorgang mondelinge behandeling

25-01-2023 Print this page
IEPT20230120, Rb Den Haag, Obo Hockey v Kubus

De gevorderde zekerheidstelling ter hoogte van maximaal €26.676 wordt toegewezen. Geen vaste woon-verblijfplaats in Nederland, geen sprake van uitzondering 224 lid 2 Rv.  Gelet op de kosten op dit moment door Kubus gemaakt acht de voorzieningenrechter een zekerheidsstelling aangewezen. Zekerheid wordt gesteld door storten bedrag op derdegeldrekening van advocaat OBO. 

CAUTIO ZEKERHEID

OBO vordert dat Kubus wordt verboden inbreuk te maken op het geregistreerde Gemeenschapsmodel. Kubus vordert in dit incident dat OBO ex 224 Rv zekerheid dient te stellen voor 25 januari 12:00 ter hoogte van €26.676,00 dan wel €16.676 met de bepaling dat indien dit niet gebeurd de mondelinge behandeling niet plaatsvindt en OBO niet ontvankelijk is. OBO voert verweer ten aanzien van de hoogte van de te stellen zekerheid en de wijze waarop deze gesteld dient te worden.


De voorzieningenrechter van deze rechtbank is, gelet op de vestigingsplaats van Kubus in Nederland, internationaal en relatief bevoegd kennis te nemen van de vorderingen van OBO. OBO, gevestigd in Nieuw-Zeeland, heeft geen woon of verblijfplaats in Nederland.


Betreft de hoogte van de zekerheid stelt Kubus dat zij aansluiting wenst te zoeken bij het maximale tarief voor complexe kort geding zaken zoals bedoeld in de Indicatietarieven in IE-zaken. Uitgaande van dit maximumtarief van €25.000, verhoogd met € 1.000 aan proceskosten voor dit incident en het griffierecht van € 676. OBO sluit aan bij de opgegeven kosten van Kubus (€12.941,32) en gaat uit van maximum tarief voor een normaal kort geding: €15.000.

 

Aangezien het verweer van Kubus nog niet (volledig) bekend is, acht de voorzieningenrechter het niet wenselijk vooruit te lopen op een beoordeling. Gelet op de reeds gemaakte kosten, is €26.676 toegewezen. 

 

OBO dient het bedrag over te maken op de derdengeldrekening van Stichting Derdengelden LXA en verstrekt als bewijs een kopie van een bankafschrift en verklaring van het bestuur van de stichting dat dit in bewaring gehouden zal worden. Bij gebreke van de zekerheidsstelling zal de mondelinge behandeling geen doorgang vinden.

 

IEPT20230120, Rb Den Haag, OBO v Kubus

ECLI:NL:RBDHA:2023:547