Het elders doorontwikkelen van Femiscope is onrechtmatig jegens zakelijke samenwerkingspartner

02-03-2023 Print this page
IEPT20230221, Hof Den Bosch, Femiscope

Uitvinder van een innovatief speculum voor gynaecologisch onderzoek, de Femiscope, heeft een samenwerkingsovereenkomst met appellant gesloten voor de doorontwikkeling in ruil voor 10% van de aandelen in de octrooihoudende holding. Het aandelenbelang werd niet geleverd. Omdat deze doorontwikkeling niet succesvol verliep, heeft de doorontwikkeling in een nieuwe rechtspersoon plaatsgevonden zonder appellant. Dat is onrechtmatig en is toe te rekenen aan de uitvinder en de holding omdat deze met elkaar zijn te vereenzelvigen. Appellant vordert schadevergoeding, maar voldoet niet aan de op haar rustende verplichting dit van een deugdelijke onderbouwing te voorzien. Vorderingen worden afgewezen.


IE-VERMOGENRECHT - SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN

Geïntimeerde is uitvinder van de Femiscope en heeft de daarmee verband houdende octrooien ondergebracht in Comfortpat, terwijl de productie en verkoop is ondergebracht bij Medcomfort.

 

De femiscope is een innovatief speculum dat gynaecologisch onderzoek vergemakkelijkt en minder belastend is voor de patiënt. Kenmerkend voor de werking van de femiscope is een inwendig scharnierpunt, dat gepatenteerd is. Tevens is de modulaire oplossing van de femiscope gepatenteerd. Met appellant was gesproken over de doorontwikkeling. 

In de samenwerkingsovereenkomst zou appellant een aandelenbelang van 10% zou verwerven. Dit aandelenpakket is nooit overgedragen. Er kan geen profijtelijke aandelenbelang worden geleverd, omdat Comfortpat en Medconform zijn verworden tot lege hulzen en de activiteiten in Femiscope BV zijn geconcentreerd. 

 

Er is geen sprake van wanprestatie. De redenering van eiser gaat ten onrechte uit van de premisse dat de verkrijging van het aandelenbelang van 10% te allen tijde voor haar profijtelijk zou zijn. Er is niet overeengekomen dat het aandelenbelang van 10% op het moment van het sluiten van die overeenkomst een bepaalde waarde heeft noch dat een bepaalde waarde daarvan op enig moment in de toekomst aan eiseres is gegarandeerd. De rechtbank wijst het gevorderde af (ECLI:NL:RBLIM:2021:3623).

 

Er is niet zozeer voortgebouwd op de door appellante in de jaren 2013-2015 niet succesvol ontwikkelde versie, maar is een nieuwe versie ontwikkeld. Die is voorzien van een blokkeerinrichting in de zogenoemde duwstang. Deze versie is wèl geoctrooieerd. 

 

Een ‘verhangen’ van de prestatie van Medcomfort en Comfortpat (het overhevelen van de prestatie uit de samenwerkingsovereenkomst naar Femiscope B.V.) heeft niet als gevolg dat Medcomfort en Comfortpat toerekenbaar tekort zouden zijn geschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst en in verzuim zouden zijn geraakt.


Geïntimeerde heeft wel in strijd gehandeld met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer tussen zakelijke partners betaamt, en daarmee onrechtmatig gehandeld. Door in strijd met de bedoeling van de (mede door hem zelf tot stand gebrachte) samenwerkingsovereenkomst en zonder enig overleg met en geheel buiten appellante om de ontwikkeling en het op de markt brengen van een femiscope niet binnen Comfortpat en Medcomfort te doen plaatsvinden, maar in een mede door hemzelf nieuw opgerichte rechtspersoon. Dat er sprake is van een geheel nieuw ontwerp binnen Femiscope B.V. dat niet voortbouwt op ouder model, doet niet ter zake. 

 

Toerekening daarvan aan Holding vindt mede zijn rechtvaardiging in het feit dat geïntimeerde en de rechtspersoon waarover alleen hij de volledige zeggenschap heeft, tot op zekere hoogte met elkaar zijn te vereenzelvigen.

De grieven slagen dus, echter leiden niet tot vernietiging.

 

Voor de begroting van de schade dient een vergelijking tussen de werkelijke waarde van 10% van de aandelen toen en de waarde nu in de hypothetische situatie zonder onrechtmatig handelen.


Appellant heeft echter betreft het causaal verband niet voldaan aan de op haar rustende verplichting een en ander in het licht van de feiten van een deugdelijke onderbouwing te voorzien. De vordering kan daarom niet slagen.

De grieven kunnen niet tot vernietiging van het vonnis leiden. Het vonnis wordt bekrachtigd.

 

ECLI:NL:GHSHE:2023:616